Titel:

Verteld door: Hanny van Brug
Periode: 1962
Plaats: Middenmeer.
Inleiding: De verhuizing van Den Haag naar Middenmeer en de eerste jaren in de polder.

“Nee, vóór ik hier kwam wist ik niets van de Wieringermeer. Nou ja, ik wist waar het lag – dat was alles.

Mijn man had gesolliciteerd naar de Boerenleenbank in Middenmeer. Meneer de Jong en meneer Dieleman kwamen naar Den Haag en ook ik moest komen en vragen beantwoorden zoals: ‘Zou je wel kunnen wennen in de polder?’ Ik had zoiets van waar ons brood ligt is mijn vaderland.

We trouwden en kwamen – als tussenoplossing – te wonen in een noodwoning aan de Tussenweg. Eenzaam heb ik me er niet gevoeld – dat probeerden andere mensen me wel eens aan te praten. Wel kwam ik in een andere wereld terecht. Mensen kwamen achterom en stonden bij wijze van spreken meteen in je kamer. De geluiden ’s nachts. Mijn moeder is een keer erg geschrokken – ze deed ’s morgens het gordijn open en keek recht in een koeiensnoet! Na een jaar verhuisden we naar Middenmeer. Contacten kregen we via de kerk en voetbal.

Het is heerlijk om hier te wonen – nu alweer 44 jaar! Voor de kinderen een goede plek om op te groeien. Kortweg gezegd: Dit is mijn stekkie!

Geschreven door Irene Biesheuvel.