We sliepen tussen het speelgoed dat bestemd was voor 5 december
Het was altijd weer een feest als de reizigers ’s avonds langskwamen. Nu heten ze vertegenwoordigers. Ze kwamen aan huis met die grote koffers en dan werd de keukentafel leeg gehaald en dan kwamen de koffers op tafel met allerhande nieuwe snufjes en snuisterijen.
Het leukste was altijd het speelgoed. In die tijd kwamen de klapperpistooltjes in en dat mocht mijn broer Wim uitproberen. Dit viel goed, dus bestelde mijn vader er direct twintig stuks. En poppen mocht ik altijd beoordelen ‘ach doe er maar vijf’ was het dan. Als dan de spullen werden gebracht dan stonden de kamer en de keuken vol met dozen en de spullen moesten dan uitgepakt en allemaal geprijsd worden. We hielpen allemaal mee, die nog thuis waren. Het was hard werken voor weinig centen.
Nieuwjaarsdag moesten we balansen, moest je opschrijven wat je in de winkel had staan. De een noemde het aantal en de ander schreef het op. Meteen werd er een lapje over de planken gehaald en alles weer netjes op een rijtje gezet. ’s Avonds ging mijn vader met mijn zwagers de schuur in, want daar stond ook nog voorraad om geteld te worden. Het was wel heftig toen. Ook hier deed iedereen weer mee. Het viel niet mee, want oudejaarsdag verkochten wij als enigen in de polder vuurwerk. Dit kwam in november al en dat werd toen maar onder de bedden gezet, dat hoef je tegenwoordig niet te proberen. Mijn broer, bleek later, had toen wel eens stiekem een sigaretje gerookt op zijn slaapkamer met dat vuurwerk onder zijn bed. Je moet er niet bij nadenken wat er had kunnen gebeuren. Maar het was toen heel gewoon. Het was niet een kilo, nee het was gewoon de hele voorraad. Alle vier de slaapkamers en de overloop lagen vol.
Met Sinterklaas had mijn vader in Kreileroord de bovenverdieping gehuurd van het Dorpshuis en stalde daar allemaal speelgoed uit op het biljart. Op de tafels huishoudelijke artikelen en dan konden de mensen uit Kreileroord ook kijken wat er te koop was. Hier konden ze hun spullen bestellen, die pop voor Marietje en die auto voor Jantje, alles werd opgeschreven en dan ging mijn vader dat later brengen met mijn zus op de brommer, de Berini. Later ging dit met een busje, want het ging niet meer op de brommer. Als er een sjoelbak weg gebracht moest worden, dan zat de achterste met de bak onder de arm en werd dit weggebracht naar de boerderij. Hier waren ze avonden mee zoet. Het werd allemaal van te voren al neergezet met een briefje er aan voor wie het zou krijgen. Ik weet nog wel dat iemand bij de familie Groot, van de politie, een mooie looppop zou krijgen, waarmee ik ’s avonds altijd rondjes liep in de winkel en opeens was die weg. Deze was weggezet op mijn kamer, omdat ze verkocht was. Ik was een kind, hoe kon ik dat weten. Ik ging het briefje lezen en de andere dag op school ging ik tegen haar zeggen: ,,Jij krijgt een mooie looppop.” Helemaal fout maar ja, ik sliep ernaast, wist ik veel. Later moest ik beloven dat ik niks meer zou zeggen. Toen iedereen vertelde wat ze hadden gekregen zei ik, o, dat wist ik al. Hier snapten ze niks van, hoe kan jij dat weten? Het stond allemaal op onze slaapkamers, we sliepen echt tussen hun cadeautjes in.
Geschreven door: Ina Hoogenbosch-Glas
Periode: 1958 – 1981
Verteld door: Thea Gutker van Leeuwen
Plaats: Slootdorp