Periode: 1931-1932
Verteld door: Lenie Visser
Plaats: Slootdorp
Inleiding: Hoe een gemeenschap groeide op godsdienstig en maatschappelijk gebied.
Als gastvrouw op zaterdagmiddag bij het “Genootschap” hoor je nog eens wat! Vooral als de gasten in de koffiekamer om de tafel zitten met de fotoboeken komen de herinneringen en de verhalen los, zoals het volgende bijvoorbeeld: Hoe school en kerk samengingen.In den beginne waren er nog geen twintig leerplichtige kinderen in de pas drooggevallen Wieringermeer. Te klein voor een schooltje, maar er moest toch kennis bijgebracht worden.
Zo kwam het dat juffrouw van Harlingen al die kinderen in één klas kreeg. Van twee huizen werd de tussenmuur weggebroken en het lager onderwijs in de Wieringermeer kon van start gaan. Dat moet voor die juf toch een hele opgave geweest zijn om ze allemaal tegelijk wat bij te brengen en aan het werk te houden. Er was niet alleen een groot verschil in leeftijd (6 tot 13 jaar), maar ook het verschil in godsdienst en dialect speelde hier een rol. Kerken waren er ook nog niet, maar geen nood: door op zaterdagmiddag wat met tafels en stoelen te schuiven werd de schoolklas heringericht tot “kerk”. Hierin had je ook nog variaties. Elk geloof had weer een andere kerkindeling, er werd dus veel heen en weer geschoven met het meubilair. Maar op die manier konden de verschillende kerkgenootschapjes via een strak schema hun diensten houden.
Op maandagmorgen was het lokaal weer gewoon “schoolklas”. Dat liep gesmeerd! Natuurlijk veranderde dat toen de bevolking toenam. Er kwamen echte scholen en in elk dorp 3 kerken. In elke hoek van het dorp een kerk, zodat men elkaar ’s zondags niet voor de voeten liep. Voor de oudsten onder ons is/was dit eerste begin toch iets om met weemoed aan terug te denken.
geschreven door: Lenie Visser