Dokter Tamsma
In het kamp waren in de begin jaren diepspitters gehuisvest. Ze kwamen uit alle delen van het land. Later waren er ook studenten uit Amsterdam. Ook waren er ‘gestraften’, alcoholisten.
Kampbeheerder de heer Joop Orsel kwam in de begin jaren van het kamp naar Slootdorp. Hij had met zijn gezin al een behoorlijke staat van dienst; Kamp in Steenwijk kok-beheerder. Actief op Ameland, IJsselstein, Duits kerkhof in Limburg. Het gezin woonde vaak dan alleen op een kamp. In Slootdorp was dit dus niet het geval. Orsel was bevriend met de kampbeheerder uit Wieringerwerf
Later was dokter Tamsma de huisarts van het kamp, er was een speciale ruimte voor hem gecreëerd naast de keuken. Dit is nog redelijk origineel. Er waren nog andere actief of leverden producten op het kamp, de smid Dekker en Struik, bakker Ten Kate en de Jager, kruidenier van Leeuwen en Meeuwsen, slagerij Rotgans en de melkboer Kaptein.. later de groenteboer Gert Tromp. De kinderen van Orsel gingen naar De Zaaier op school. Achter het kamp lagen woonarken en liggen er nog. Op een van deze arken woonde de timmerman Faber, de kinderen van beide families speelden met elkaar. De familie Sibum, waarvan mevr. Sibum ook in het kamp werkte, familie Van Zoonen, Boorsma en Jan de Koning en de familie De Valk. Mevrouw Tine De Valk ging alleen naar het kamp als er een optreden was. Ze deed ook de was van een van de kampbewoners voor een zekere Bernhart een man uit Drenthe.
Apennootjes
De overlevering verteld dat er voor de bewoners van de barakken in de begin jaren feesten werden georganiseerd. Er werd toestemming gegeven om een verplaatsbare kantine te plaatsen. Deze staat er nog, helemaal intact. De ‘Commissie Wieringermeer voor Culturele verzorging van arbeiders in arbeiderskampen’ organiseerden diverse avonden. Ze verstrekten ook dag- en weekbladen. Zo kwam in alle vier de kampen, Middenmeer, Slootdorp, Oude Zeug en Wieringerwerf, een draaimolencabaret, Dr. Sajet hield een lezing over Volksgezondheid een film Thunderrock en Götte de Vries sprak op 12 november over psychologie. Op 13 november was er een muziek pedagogische avond door de heren Drs. Keele en Jurres. Maar ook ontspanning met films en cabaret. Bekende namen die langs kwamen zijn Simon Carmiggelt, David de Jong, Max Croiset en op 5 en 6 november Dr. F. Meertens over misdaad en straf. Er was voor iedereen keuze genoeg. Voor de arbeiders was er ook een sport- en spel beoeffening op de maandagavonden. De commissie probeerde zoveel mogelijk de arbeidersontspanning en ontwikkeling te brengen. Bij deze activiteiten waren ook de bewoners van Slootdorp welkom. In 1963 werd Orsel overgeplaatst naar de Marinebasis Waalhaven in Rotterdam waar hij ook weer beheerder werd van een kamp. Het kamp van Slootdorp is in verschillende handen geweest.
Er hebben seizoenarbeiders gewoond om te helpen met de oogst ze kwamen uit Friesland, Groningen en andere provincies. Weer later hebben er Hongaarse vluchtelingen hun intrek gehad. De jaren zestig en zeventig werden er diverse activiteiten gehouden. De uitbater van Hotel Smit was hier ook actief met feesten voor bewoners uit Slootdorp. Er was eind jaren zestig begin zeventig een opslagplaats van Pistachenootjes, hele balen met jutte zakken waren er opgeslagen. ‘Apennootjes’ werden ze wel genoemd omdat de pistachenoot niet bekend was in die tijd. De jeugd uit Slootdorp wilde dit weleens uit proberen en wisten binnen te komen en prikten een gat in de zak en snoepten ze heel veel nootjes tot ze er misselijk van werden. In de jaren zeventig werd het kamp in gebruik genomen door de broers Kox en zwager J. Burger. Zij hadden een bollen bedrijf en verwerkten hier de bollen. Menig bol is hier gepeld, en de mooiste spullen zijn er gekocht van het verdiende geld. Zelfs een bruidshoed!
Rijke Historie
De barakken zijn nog allemaal in originele staat met alleen een kleurverandering. Op het terrein staan nu nog twee grote kassen die door de heer Kox geplaatst zijn. In een van de barakken is een gedeelte omgebouwd tot garage. De heer Kox melde begin 2014 dat na zijn overlijden de boel gesloopt zou worden, dat is eigenlijk doodzonde. Het is een monumentaal kamp met een rijke historie. Waar ooit het begin was van de werkende mens in de polder staat een ’hernieuwd’ kamp Waar de barakken nu precies vandaan komen zal nog verder onderzocht worden. Nu de heer Kox is overleden mogen we alleen maar hopen dat er iets nuttigs mee gedaan wordt, behalve slopen.
Ina Hoogenbosch-Glas