A de Graaf als karteerder in de nieuwe polder. Foto: familie archief.

Adriaan Cornelis de Graaf werd geboren op 28-04-1902 in Hoofddorp Haarlemmermeer. Zoon van Jacob de Graaf en Arida Groenenberg.

Adrie was het vijfde kind van in totaal acht kinderen. Hij bezocht in Hoofddorp de christelijke Landbouwwinterschool toen hij een twintiger was. Hij trouwde op 21-10-1931 op 28-jarige leeftijd met Lena Jannetje Reijm, 24 jaar oud en afkomstig uit Nieuwekerk aan de IJssel. Ze gingen wonen in Opperdoes. Het echtpaar kreeg tussen 1932-1941 vier kinderen, drie dochters en een zoon.

Loopbaan

Adrie de Graaf begon in 1930 als karteerder in de nog kale Wieringermeer. In 1933 kwam er toestemming van de directie van de Wieringermeer voor bewoning van een dubbele woning (de helft was kantoor) aan de Nieuw Almersdorperweg. De Graaf was een van de circa twintig bedrijfsboeren die de eerste jaren na het droogvallen van de polder de omzetting van de zilte zeebodem naar vruchtbare landbouwgrond begeleidden. Dit waren bedrijven van 200ha, de bedrijfsleider gaf leiding aan vele arbeiders.

Op 01-11-1935 tekende De Graaf een pachtcontract met de Nederlandse Staat voor zijn pachtboerderij van 70ha aan de Koggenrandweg, op de kavels D95-96-97 (het adres D96 werd later omgezet in huisnr.10). De Graaf was boer maar nog veel meer was hij verenigingsman en bestuurder. Hij was samen met Jan Koolhaas oprichter van de Graanbeurs in Middenmeer en op 26 februari 1936 werd hij verkozen tot voorzitter van deze Beurs. Dit zou hem nog goed van pas komen in de oorlog.

Bestuurder

Het duurde tot 1941 voor de Wieringermeer een zelfstandige gemeente werd. Eerst was er het Openbaar Lichaam de Wieringermeer, De Graaf werd op 31 mei 1935 geïnstalleerd als lid van het dagelijks bestuur en onder aanvoering van ir. Sikke Smeding. Als wethouder en loco-burgemeester stimuleerde De Graaf de opbouw van het maatschappelijk leven in de polder. Als ’trouwambtenaar’ heeft hij diverse huwelijken gesloten.

Toen Hitler in 1933 in Duitsland aan de macht kwam en met alle anti-joodse maatregelen die volgden, kwam er een stroom Joodse vluchtelingen naar Nederland. De Nederlandse Staat honoreerde  een verzoek van de Stichting Joodse Arbeit om in de gloednieuwe polder landbouwgrond te mogen pachten en een opleidingsplek te beginnen. Dit werd vanaf april 1934 het Joods Werkdorp Nieuwesluis. Hier kregen jonge Joodse vluchtelingen (uit Polen, Oostenrijk, Duitsland, de Baltische staten) een opleiding. Daarmee konden ze naar bijvoorbeeld Palestina emigreren. De bestuurders van het Openbaar Lichaam waren op de hoogte van het Joods Werkdorp maar hadden er geen zeggenschap over. De Nederlandse Staat, vertegenwoordigd door de Directie Wieringermeer onderhield contacten met de Stichting Joodse Arbeit.

Bij de graanbeurs in Middenmeer. Foto: familie archief.

Ordedienst

Toen de bezetting van Nederland een feit was kwamen al gauw mensen uit kringen van oud-militairen bijeen om plannen te maken hoe te handelen bij de bevrijding van ons land door geallieerden. Die invasie vanuit Engeland werd namelijk al eind 1940 verwacht. Dit is het begin geweest van de Ordedienst. Mogelijk had De Graaf toen al contacten met leden van de Ordedienst in de Kop van Noord-Holland, er is geen bewijs voor.

Het Nederlands Koningshuis en de regering waren in de meidagen van 1940 naar Engeland gevlucht. De naam van Adrie de Graaf wordt genoemd in verband met hulp aan zogenoemde ‘Engelandvaarders’: piloten, Joden, militairen en anderen die wilden uitwijken naar Londen en zich aansluiten bij het verzet. Maar echt bewijs voor zijn betrokkenheid is niet gevonden. Mogelijk is er verwarring met een verre neef Dirk de Graaf uit Zunderdorp en zijn dorpsgenoot C. Hoeve waarvan vaststaat dat zij in 1941 een overtocht naar Engeland mogelijk maakten.

Hulp aan onderduikers

In heel Nederland werden per 1 maart 1941 de gemeenteraden en ook Provinciale Staten ontbonden. Gemeentebesturen werden overgenomen door NSB-gezinde personen. Op 13 juli 1942 werd burgemeester Gerrit Gesinus Loggers gearresteerd en voor anderhalf jaar als gijzelaar vastgezet in Sint Michelsgestel. Mede boer en NSB’er Aris Saal kwam in zijn plaats. Adrie de Graaf diende nog dezelfde dag – 13 juli 1942 – zijn ontslag in als wethouder. Dit tekent zijn stellingname en optreden als één van de belangrijke leiders van het verzet in de polder. De schuilnamen voor Adrie waren A3, Cor, ome Cor.

Vanaf medio 1943 kwam de hulp aan onderduikers goed op gang. De bekende filmcriticus Simon van Collem is als ‘landbouwvolontair’ (hij was een Joodse onderduiker) enige maanden op de boerderij van De Graaf aan het werk geweest (herfst 1943). De wekelijkse landbouwbeurs in Middenmeer, Hotel Smit, werd een trefpunt voor illegale werkers. Ze wisselden onderduikadressen, bonnen, vervalste persoonsbewijzen en meer uit; vergaderingen werden afgesproken. De beurs, met elke week honderd-plus bezoekers, leende zich hier prima voor.

Laadmeester en voedselofficier

Verschillende verzetsgroepen werden door de Nederlandse regering in Londen opgeroepen om samen te werken. Dit gebeurde vanaf 5 september 1944 (het Zuiden van Nederland was bevrijd).
Vanaf oktober 1944 werd De Graaf Laadmeester en Voedselofficier voor de BS, regio West-Friesland en Wieringermeer. Op weilanden in West-Friesland, droppingfields, werden wapens en ander materieel gedropt vanuit Engeland. De Graaf was verantwoordelijk voor de wapentransporten vanaf 8 afwerpterreinen naar de Wieringermeer.

Als een van de voedselofficieren van het Gewest 11 (Noord-Holland boven het Noordzeekanaal) zorgde De Graaf voor het transport van honderden tonnen in de polder en door tuinders uit omringende dorpen geproduceerde tarwe, peulvruchten, aardappelen en groenten naar ziekenhuizen, steden en andere illegale organisaties in heel Noord-Holland. Ook Sicco Mansholt en Gerrit Blaauboer deden dit werk.

Gezocht

De polder werd een tijdelijke opslagplaats van wapens, munitie, zend- en ontvangstapparatuur. Circa drie á vierduizend geweren, stenguns en brenguns, piats en bazooka’s en nog eens tien ton springstoffen en brandbommen zijn in boerderijen ondergebracht. Om daarna verder getransporteerd te worden naar BS-groepen op Wieringen, de Kop van Noord-Holland, de Zaanstreek, Alkmaar, Haarlem en Amsterdam. De droppings en transporten vonden plaats tussen begin oktober 1944 en – wat betreft de Wieringermeer – 17 april 1945.

De Graaf werd vanwege zijn illegale werk sinds midden 1944 gezocht. Op de boerderij werd meerdere malen huiszoeking gedaan, mede op initiatief van NSB-burgemeester Aris Saal. Deze huiszoekingen gingen enkele keren gepaard met bedreiging van zijn gezinsleden. Omdat de grond in de Wieringermeer hem te heet onder de voeten werk, dook hij onder. Bekend duikadres is de zolder van café De Roode Leeuw in Benningbroek. Vandaaruit regelde hij nog vele illegale zaken.

Arrestatie

Geruchten over een op handen zijnde onderwaterzetting van de polder waren er al langer. Het werd werkelijkheid op 17 april 1945. Het gezin van De Graaf kreeg onderdak bij familie Laan, in hun boerderij op het Noordeinde te Lambertschaag. ’s Middags had Jan Blijdorp, zijn directe medewerker in de wapentransportgroep nog overleg met De Graaf, in Lambertschaag. Het lukte Jan Blijdorp met moeite terug te komen in de Wieringermeer want ‘het wemelde van de Duitsers bij de doorgang‘.

Eerts voorlopige monument ter ere van A.C. de Graaf

Over wat daarna gebeurde is uit de beschikbare bronnen slechts een gedeeltelijke reconstructie te maken. Feit is dat  Duitse manschappen van de Sicherheitsdienst (SD) met veel manschappen aanwezig was bij de onderdoorgang van het viaduct voor de nieuwe rijksweg. Vanwege hun groene uniform werden zij Grüne Polizei genoemd. Ook waren Duitsers aanwezig bij de doorgang van de Koggenrandweg naar Lambertschaag. Omstreeks 14 uur waren onder het viaduct al 13 mannen in de leeftijd 18-30 jaar  aangehouden. Zij moesten in de berm gaan zitten en werden bewaakt door de Grünen.

Vermoord door de Grüne Polizei

Uit andere bronnen is af te leiden dat De Graaf die middag naar de doorgang bij café Het Wagenwiel in Lambertschaag is gegaan. Honderden mensen, evacués uit de Wieringermeer passeerden hier. Het strafdossier van zijn moordenaars geeft details. De Graaf is door Duitsers staande gehouden maar waar dit precies gebeurde, is onduidelijk. Op zijn boerderij? Bij de doorgang? (Jan Blijdorp had eerder die middag geluk gehad.) Bij fouillering bleken er papieren in zijn kleding te zitten. Papieren met aantekeningen over voedselvoorraden en over wapens.

Later die middag arriveerde een grote groep Nederlandse landwachters in Abbekerk, zij reden door naar Lambertschaag. Een ervan, Pieter Maijer (of Mayer) herkende De Graaf en nam de arrestant over van de Duitse politie. In totaal 29 arrestanten (boerenzonen, onderduikers, overige mannen) vertrokken circa 16 uur per fiets naar Hoorn. Toen de groep langs de boerderij van Laan reed, gooide De Graaf zijn sleutelbos naar oudste dochter Corrie die op dat moment buiten in de tuin stond. ‘Doe je moeder de groeten’, waren zijn laatste woorden. Ook mevrouw De Graaf zag vanuit de deuropening bij Laan haar man voorbij fietsen.

De landwachters Gerardus Alders en Pieter Maijer reden vanaf het begin van de fietstocht achteraan, met De Graaf tussen hen in. Hun commandant landwachter Willem van der Spek reed voorop. Hij had de twee eerder toegesproken: De Graaf hoefde niet in Hoorn aan te komen. Dit was een vrijbrief, doe met hem wat je wilt. Op de kruising bij Wognum-Benningbroek stuurden zijn bewakers De Graaf naar rechts. Alders schoot als eerste, Maijer loste het tweede schot. De Graaf viel opzij en dood neer op de grond.

Herinneren en herdenken

Buurman David Knibbe heeft in een naoorlogs verslag verklaard: ‘We hebben op 17 april 1945 het lijk van de De Graaf illegaal weggehaald van de plek waar hij was neergeschoten.’ Zijn lichaam werd naar het lijkenhuisje te Benningbroek gebracht. Adrie de Graaf werd eerst begraven in Benningbroek en na de oorlog herbegraven op de algemene begraafplaats in Middenmeer. Op de plaats waar hij gefusilleerd was, werd een tijdelijk monument geplaatst. Dit werd onthuld door minister Mansholt op 7 september 1945. Het definitieve monument werd op 17-04-1953 door burgermeester Loggers onthuld.

Gemeente Sijbekarspel deed najaar 1945 met succes een verzoek aan de wegbeheerder provincie Noord-Holland. Van de Dorpsstraat te Opmeer tot de kruising van wegen Wognum en Sijbekarspel, dit tracé werd in 1945 omgedoopt tot A.C. de Graafweg. Een paar jaar later kreeg ook het resterende tracé tot Verlaat deze naam.

Lees meer over zijn rol in het laatste oorlogsjaar in het boek: Wapen- en voedseltransporten Wieringermeer – West-Friesland, 1944-1945.

Naar artikel Kroniek, jaargang 2019/1. Herinneren en herdenken.

Bekijk deze reportage uit 2020 (NHNieuws), Eerbetoon voor doodgeschoten verzetsheld A.C. de Graaf.

Onderscheidingen

Adrie de Graaf is postuum geëerd met de onderscheidingen:
*De ‘Bronzen Leeuw’ toegekend door Koningin Juliana.
*Certificate of Commandation toegekend door de Supreme Heaquarters Alied Expedictienary Force.
*The Gratitude and Appreciation of the American people from the President of the USA (Dwight Eisenhouwer),
*Certificate of appreciation of the British people.

Het tracé Wognum – Verlaat, de provinciale weg N241 heet de A.C. de Graafweg. In Wieringerwerf is in 1953 de A.C.de Graafstraat gekomen.

We kunnen nu nog zeggen dat hier een bijzonder man voor de vrijheid van het land heeft gestreden zonder dat hij roem wilde. Een man die een monument en straatnaam zeer zeker verdient heeft! We mogen dit nooit vergeten!

Bronnen bij het oorspronkelijke (web)artikel van Ina Hoogenbosch-Glas en in Kroniek 80, jrg. 2018/1):
-Privéarchief familie Biesheuvel-de Graaf.
Verzet in West-Friesland, 1989. Jan van Baar et al. Zie de tekst van Jacob Zwaan, blz.180-183. Helaas staan er onjuiste feiten in dit boek over het gebeuren op 17 april 1945. Zo viel er die dag onder de arrestanten bij Lambertschaag 1 dode te betreuren en niet 29 doden, zoals dit boek beweert. 
Wieringermeer 1940-1945, Bas Blijdorp
17 april 1945. Het Koolzaad bloeide zo mooi goudgeel, 1995. Uitgave HGW.
– Wikipedia.
– Stamboom de Graaf
– www.westfriesgenootschap.nl. Biografische portretten.

Bronnen:
– Diverse lokale en regionale kranten, jaargangen 1945-1950.
– Nationaal Archief; onder andere Collectie Archieven Bijzondere Rechtspleging (CABR), dossiers Mayer en Alders. Collectie Stichting 1940-1945. Collectie OD/BS/M. En andere collecties aangaande Tweede Wereldoorlog.
– Westfries Archief; onder meer collectie egodocumenten Tweede Wereldoorlog.
– Regionaal Archief Alkmaar. Archief van de gemeente Wieringermeer.

Lees meer over boek: Wapen- en voedseltransporten Wieringermeer – West-Friesland, 1944-1945.

Orkonde van Dweight Eisenhouwer.

 

 

Aangevuld en bewerkt, augustus en oktober 2024, door Anita Blijdorp.