A.J. Slabbekoorn
Afd. B

Abraham-Bram- Slabbekoorn gaat als afgestudeerd tuinbouwonderwijzer in 1937 vanuit Yerseke, Zeeland naar Wieringerwaard. Later woont hij met zijn gezin in een houten huisje naast het gemeenschapshuis op de Oostwaardhoeve (Joods Werkdorp) achter Slootdorp. Slabbekoorn is hier bedrijfsleider van de afdeling Tuinbouw en begeleidt de Joodse jongeren die hiernaartoe gevlucht zijn om een goede ondergrond te krijgen voor hun werkzaamheden in het land van hun toekomst; Israël, Amerika, Zuid-Amerika of een ander land van hun keuze.

De deportatie van de Joden uit het Joods Werkdorp op 20 maart 1941 heeft diepe indruk op Slabbekoorn gemaakt. Hij ziet nog voor zich hoe iedereen moet aantreden en in een lijn moet gaan staan. Men mag nog wel wat spullen meenemen maar dat is maar weinig. Er blijft nog veel achter. Slabbekoorn en Kemmeren -zie hieronder- krijgen het voor elkaar om, na stevig aandringen, 60 mensen niet mee te laten gaan op transport omdat ze nodig zijn voor de oogst. Na dit incident laat de rentmeester van de Domeinen alle barakken slopen omdat hij bang is dat de Duitsers er een opleidingskamp van gaan maken. Alleen het gemeenschapshuis blijft staan. Het ‘Haukeshuis’, een groot houten huis er naast, waar drie families woonden, wordt ook gesloopt.[1]

[1] Interview met de zoon Engel Slabbenkoorn in 2015 door Ina Hoogenbosch-Glas. Herinneringen van Engel Slabbekoorn aan het Joods Werkdorp te vinden op de website: www.wieringermeer.nl