Zaterdag 15 april 2017 bezochten nabestaanden van de boordwerktuigkundige James Steward, 74 jaar na zijn dood, het graf waar hij begraven ligt.
Allen Riddell kwam samen met zijn vrouw Susan vanuit Engeland om het graf van zijn oom ‘Jim’ te bezoeken.
Ze werden in de Cultuurschuur ontvangen door Mark Hakvoort en de voorzitter van het Historisch Genootschap Wieringermeer, Riet Miedema. Bewoners van de Dolfijnweg, waar Stewart met de Halifax bommenwerper neerstortte, waren ook vertegenwoordigd. Vlak voordat Allen en Susan Riddell bij de Cultuurschuur aankwamen kregen ze het droeve bericht dat de moeder van Allen, de zus van James, in de vroege morgen was overleden. “Dit kan geen toeval zijn” volgens Allen. Zijn moeder was al lang niet meer in staat om de reis te maken. “Ze heeft dit ook nooit willen doen, het deed haar te veel pijn. Het heeft een hele diepe wond achter gelaten”. “Omdat mijn moeder al enkele jaren zwaar dementerend was werd ik de laatste tijd als ‘Jim” gezien door haar”, vertelt Allen verder, “ik liet het maar zo om haar te helpen”. Ook de ouders van James hebben het niet aangekund om een bezoekje te brengen aan het graf van hun zoon.
“Hij is niet dood”.
De korte rondleiding in het Genootschapshuis en langs de muurschilderingen in de hal van de Cultuurschuur maakte een bijzondere indruk op hen. Op de boerderij van de familie Hakvoort aan de Dolfijnweg werd een PowerPointpresentatie en uitleg door Mark over de vlucht van de Halifax bommenwerper gegeven. Dit gaf voor Allen en Susan nog meer duidelijkheid over wat ze al gehoord hadden van zijn moeder. Het was niet veel wat zij vertelde maar ze waren blij dat het vliegtuig niet ontploft was waar ze zo bang voor waren geweest. James is in de familie altijd ‘aanwezig’. Er wordt zo nu en dan nog over hem gesproken. “Hij is niet dood zolang wij nog over hem spreken” aldus Susan. Volgens Mark Hakvoort was het de derde missie van de Halifax. Deze zou naar de Krupp Fabrieken in Essen gaan, vlak voor het opstijgen werd er een mankement aan het vliegtuig ontdekt wat eerst verholpen moest worden. Van de 650 bommenwerpers die in deze missie meededen waren zij een van de laatsten die opstegen. Het was in de nacht van 25-26 juli 1943. Vlak bij Den Helder werden ze vanachter aangevallen door een Duitse nachtjager en beschoten. Het vliegtuig stortte neer en viel in delen uit elkaar. De brokstukken en lichamen verspreiden zich over het land van Hakvoort en Juurlink. Er was één overlevende, Jock Loudoun, de piloot. Deze Jock heeft zich altijd schuldig gevoeld over het gebeuren. Op het land van Juurlink werd een bom teruggevonden in 1990 en ook tijdens de oogst van de tulpenbollen kwamen er regelmatig nog stukjes van het vliegtuig uit de grond. De bom is tot ontploffing gebracht. De motor van het vliegtuig is ook opgeruimd. Na het land van Hakvoort bezocht te hebben waar Allen de grond zichtbaar aangedaan beroerde en diep onder de indruk zich daarna naar het land van Juurlink begaf. Hier kreeg hij grond mee van het land waar de bemanningsleden waren overleden.
Last Post
Een bezoek aan de begraafplaats in Middenmeer was de sluiting van een ontroerende dag. Er werd bij het graf een kruisje geplaatst door Allen, waar de namen van familieleden door Allen en Susan opgeschreven waren. Na een kort woordje van Mark Hakvoort werden er namens de bewoners van de Dolfijnweg een krans gelegd en namens Het Genootschap legde mevrouw Miedema een boeket met bloemen. Hierna werd de Last Post geblazen en een ogenblik stilte gehouden. “Dit hadden we niet kunnen bedenken” zei Allen die diep geraakt was door de grote belangstelling. Allen en Susan waren intens dankbaar voor wat de mensen hier hebben gedaan om deze dag te organiseren. Dat het zo mooi en plechtig was hadden ze nooit verwacht.
“Zij hebben ons een onvergetelijk dag gegeven”, aldus Allen. “Wij zijn Mark zeer dankbaar”.