Cor v Zoonen
Afd. D

Tijdens de oorlog studeert Cor van Zoonen in Alkmaar elektrotechniek. Hij gaat niet zoals zijn vader ‘in het hout’ maar ‘in de metaal’, dat is het voor hem. Dat hij dit kan doen is opvallend omdat veel vrienden naar Duitsland vertrekken om daar gedwongen arbeid te verrichten. Hij heeft geluk want hij is onmisbaar op het pompstation van het Provinciale Waterleiding Net in Bergen, waar hij overdag werkt. Daarom hoeft hij niet in Duitsland tewerkgesteld te worden. Hij is er op gezette tijden verantwoordelijk voor dat de hele kop van Noord-Holland drinkwater heeft. Hij woont met zijn ouders in Schoorl en ze mogen daar blijven wonen omdat hij deze verantwoordelijke baan heeft. Andere bewoners moeten vertrekken omdat de Duitsers in Schoorl verdedigingswerken bouwen. Een neef van hem, die smid is in het Joods Werkdorp in Slootdorp, wijst hem op de Domeinen die land uitgeven en zorg hebben voor de boerderijen. Na de onderwaterzetting moeten veel gebouwen worden voorzien van elektriciteit. Dat is een kolfje naar zijn hand. Hij gaat in een woonboot bij Slootdorp wonen, behaalt zijn nijverheidsakte en besluit voor zichzelf te beginnen. Hij legt heel wat lichtnetten aan. Daar komen later waterleiding en gas bij en hij blijft doorleren. In 1953 begint hij een eigen installatiebedrijf in Slootdorp. Later wordt een warenhuis overgenomen van de familie Posthumus op de hoek van de Sternstraat en Grand Pré Molièrestraat in Wieringerwerf. Daar verkoopt hij witgoed en speelgoed. Hij is ook een verdienstelijk zanger bij de operette vereniging Thalia, lid van de zakenclub en middenstandvereniging, hij is speler bij de voetbalclub Flevo en bestuurslid en hij heeft zitting in de landelijke selectiecommissie voor het Nederlands elftal.[1]

[1] Kroniek 33 blz. 10-11 door Wil Datema