Verteld door: Lenie Visser – Geers
Periode: 1950 – 1960
Plaats: Middenmeer3
Inleiding: Hoe wij als jongeren kennismaakten met het bloeiende verenigingsleven in de Wieringermeer.
Vanaf het begin heeft de Wieringermeer altijd een bloeiend verenigingsleven gehad. Elk kerkgenootschap had zijn eigen sportverenigingen en andere gezelligheidsclubs, en dat waren er heel veel. De oecomenische gedachte was nog heel ver weg.
Zo hadden de katholieken bijvoorbeeld hun DWO, afkorting van: Door Wilskracht Overwinning. Hier kon je terecht als je wilde handballen, voetballen, toneelspelen, dansen, en vast nog wel meer.
Een paar maanden voor je zeventiende jaar was je oud genoeg voor dansles. Jack en Tiny Smit uit Alkmaar, bijgestaan door assistente Puck, gaven elke week op donderdagavond danslessen in het voormalige noodkerkje in Middenmeer: Domi heette dat gebouwtje. Beginners, gevorderden, oude dansen. Heerlijke avonden waren dat.
Als je 17 jaar was mocht je naar de DWO-dansavonden. Wat keken we uit naar die verjaardag! Om de drie weken op zondag was er zo’n dansavond. Er kwam dan altijd een band en die had meestal heel heel goede muziek, vooral de Albino’s waren heel goed. Pastoor de Wit hield precies in de gaten wie er op die dansavonden kwamen. Hij was onze moderator, zoals hij dat zo prachtig zeggen kon. Je moest natuurlijk wel katholiek zijn anders kwam je er echt niet in.
Heel anders dan tegenwoordig begonnen die dansavonden al om half acht, dan was je ook weer op tijd thuis, want om elf uur was het sluitingstijd. De meisjes werden dan netjes thuisgebracht. Op de fiets. Kilometers werden er gemaakt op die avonden! Eind jaren vijftig hadden steeds meer jongens een brommer en werden de meisjes naar huis geduwd. Meisjes hadden geen brommer, die fietsten nog.
Ik vraag me weleens af hoeveel huwelijken hun oorsprong vinden in het verenigingsleven van de Wieringermeer.
Geschreven door Lenie Visser – Geers.