In de serie Drie families in het Joods Werkdorp vertellen de heren Schrijver, Vendrig en Slijkhuis hun relatie met de Oostwaardhoeve oftewel het (voormalige) Joods Werkdorp. Dit naar aanleiding van de tentoonstelling die in 2011 in het Joods werkdorp werd gehouden.
Wij wonen in de voormalige naai-, strijk- en verstelkamer. Hier zaten de Joodse meisjes toentertijd te naaien, te verstellen en te strijken.
De heer Kees Vendrig woont naast het grote gebouw vanaf 2 augustus 1965. “Ik was hier niet vreemd want als cursist was ik hier al eens drie weken geweest en zal toen een jaar of 24 geweest zijn. Indertijd had ik hier gesolliciteerd, niet alleen vanwege het werk maar ook voor het huis.
Er was woningnood in 1965. Door een advertentie in het blad ‘De Boerderij’ kwam ik aan deze baan. Ze vroegen een trekker- chauffeur/-spuiter. Ik wist waar het was en had de eerste keus ook met het huis. Op 1 juli hoorde ik dat ik hier naar toe kon en op 15 september trouwden we en vertrokken we naar de polder en op 2 augustus ben ik hier begonnen. Mijn vader had een veebedrijf in Harmelen bij Woerden. Ik was de oudste van zeven kinderen en nog niet aan de beurt om op de boerderij te komen. Dan maar tijdelijk naar de Wieringermeer. Daarvoor had ik al twee jaar in de NOP gewerkt om wat ervaring op te doen in de akkerbouw. Dat trok me wel, maar de mechanisatie trok me het meest. Dus kwam ik hier “tijdelijk”. De heer Schrijver was toen nog de beheerder. Er waren drie huizen, dit dubbele huis en eentje verder dat was een stenen huis. Het is het huisje waar ik nu nog in woon. Voormalige naai-, strijk- en verstelkamer. Toentertijd zaten de Joodse meisjes hier te naaien en te verstellen en te strijken. Wassen deden ze hier niet. Na de periode van de Joden in 1941, zijn in het najaar van 1941 de meeste barakken gesloopt, want ze waren bang dat de Duitsers er wat mee zouden doen. Op de achterkant zijn er een paar blijven staan en zijn later als huis bewoond. Het gebouw was eigenlijk een internaat voor de praktijkschool voor landbouw mechanisatie. PSL gaf de praktijklessen in het gebouw en cursisten waren intern bij de Oostwaardhoeve. Schrijver en Slijkhuis, de beheerders, waren in dienst van de Oostwaardhoeve. Ook waren er twee meisjes die hielpen in de keuken. De magazijnmeester, Fok de Wit, van de Oostwaardhoeve, die ik nog wel eens hielp, moest nogal eens repareren boven, want dan was er weer een gat in de slaapkamermuur (dat was gewoon zachtboard). De studenten gingen naar een van de vijf kroegen in Wieringerwaard en dan kwamen ze niet altijd fris terug. De dichtstbijzijnde was “De Rustende Jager” vlak over de brug. De school is hier geweest tot 1968 en is toen verhuist naar Ede. De assistenten uit Wageningen gingen gewoon door. Deze mensen sliepen hier ook wel eens. De meisjes, de hulpen in de huishouding, zijn toen weggegaan. Slijkhuis was toen de beheerder hier en die is toen de administratie blijven doen. Zijn vrouw deed een beetje de keuken en hield het gebouw bij. Dit is tot 1986 doorgegaan en hebben het toen afgesloten.
Alles gebeurde eigenlijk aan de andere kant van de weg. Ze hebben de pacht opgezegd bij de Domeinen en toen is het verkocht. Het is in 1988 verkocht aan Art & Project, zij hebben het toen helemaal gerestaureerd, die zolder boven open gemaakt, de keuken gerepareerd van alles eigenlijk. Geert v Beijeren -van Henegouwen was onderwijzer en Adriaan van Ravensteijn was een bouwkundige. Ze zijn samen in de kunsthandel gegaan. De Koningin is hier eens incognito geweest. Ik heb het van de heer van Ravensteijn gehoord. Men vertelde dat boven op de grote zolder de synagoge was geweest. De vorige bewoonster, mevrouw Slijkhuis, kwam langs en zij vertelde toen ze hier woonde, er in die tijd oud-bewoners langs kwamen en aan haar vroegen of ze in de synagoge mochten kijken. Het bleek in hun huis te zijn geweest in die periode. Die ruimte met balustrade boven de ingang was oorspronkelijk dicht. De slaapkamers boven waren vroeger de knechtenkamers.
De trap vanuit de schuur ging dan naar de knechtenkamer. Slijkhuis en zijn vrouw hadden de slaapkamer bij de kamer getrokken en sliepen een verdieping lager aan de voet van de trap. Dit was afgetimmerd. De trap in de kookkeuken is nog origineel deze leidde naar de berging voor het keukenmateriaal. Het washok met ronde fontein was eerst het melkhuis, waar de drie kantoren zaten was voorheen de graanschuur. Die fontein staat nu in onze tuin vol met bloemen. Ik heb tot 2001 op de Oostwaardhoeve gewerkt. Toen het grote gebouw verkocht werd bleven deze kleinere gebouwen staan en heb ik in 1993 het huis gekocht van de Domeinen. Toen was het nog in de oude staat. Na enkele verbouwingen en aanpassingen is het geworden zoals het nu is. Hierachter stonden voorheen ook vier woningen. Lou van Zoonen, de smid van de smederij woonde in het enkele huis. De brandput, en de resten van een brongasput zijn er ook nog. De smederij stond daar, waar nu dat ‘nieuwe’ huis staat. De smederij had twee kappen zo groot. Ik heb er mijn boot nog ingebouwd. Er heeft ook nog een jachtbouwer in gezeten. Hij heeft er, geloof ik, 35 jachten in gebouwd. Hij woonde hiernaast toen. Er stond vroeger een huis dat afgebrand is in 1936. Het Haukeshuis is in 1958-59 gesloopt en de mensen die daar in hebben gewoond kregen verderop een nieuw dubbel woonhuis vlak bij de kapschuur. De weg liep toen in een bocht naar die huisjes en daar lag een schipbrug. En daarvoor lag een driehoek, waar nu de nieuwe brug ligt, en die bosjes/wind singel liepen gewoon door. Zo was het toen ik hier kwam. Rond de jaren zeventig is die nieuwe brug er gekomen.Toen reed er hier nog een lijnbus van de NZH. De jongens, voor de PSL, vanuit Schagen kwamen hiermee deze kant op. De buurtbus rijdt er nu elk uur. Je zit wat afgezonderd maar op een schitterende locatie.
Verteld door: Kees Vendrig
Plaats: Slootdorp
Tijd: 1968-heden
Ina Hoogenbosch-Glas