Verteld door Marten Bonnema, voormalig directeur Stichting Centraal Woningbeheer.
Periode: 1962 tot 1985.
Plaats Wieringerwerf.
Inleiding: Wonen en werken in de Wieringermeer.
Ik ben in 1925 geboren in Stiens, een dorp vlak bij Leeuwarden.
Ik werkte in Drachten, als opzichter bij de bouw van woningen. Doordat Philips er een fabriek had neergezet, waren er veel huizen nodig voor de werknemers. Toen ik hoorde dat de Stichting Centraal Woningbeheer Wieringermeer een hoofd Technische Dienst zocht, solliciteerde ik. Ik kreeg de functie.
Omdat er nog geen woning beschikbaar was, kwam ik eerst in mijn eentje naar de polder. Ik kreeg er onderdak bij de familie Neep in caf? – restaurant De Maaier. In de kleedkamer van de toneelvereniging. Eten deed ik bij mevrouw Neep. Otto de Vries was daar toen ober. Ik zie hem nog zo voor me. Als je betaalde verdween zijn hand in zijn broekzak waar het wisselgeld in zat. Hij rammelde een tijdje met het geld en vervolgens haalde hij er altijd precies het gepaste wisselgeld uit. Enkele maanden later kreeg ik de dienstwoning aan de Professor Granpr? Moli?restraat aangeboden. Op 7 december 1962 betrok ik met mijn gezin – mijn vrouw, twee dochters en twee zonen – de woning. Dat was in die strenge winter en het huis was ijskoud. Als verrassing had ik een televisietoestel gekocht, een cadeau van Sinterklaas. Die dag werd de begrafenis van Koningin Wilhelmina uitgezonden. We hadden voor het eerst televisie en de kinderen vonden het prachtig. Dat het een begrafenis was, vonden de kinderen niet erg.
Ik had mijn kantoor naast ons huis. Daar weer achter was het administratiekantoor. Aan de overkant van de straat was de werkplaats. Er waren toen vier schilders en drie timmermannen in dienst. Toen werden er veel huizen gebouwd. Dagelijks was er overleg met de aannemers. Het was hard werken en we maakten veel mee. Het ergste vond ik de huisuitzettingen. Vier keer heb ik het meegemaakt. Ik kende de mensen die het betrof. Ze beseften niet wat hen te wachten stond. Dat ze echt op straat werden gezet. De avond ervoor ging ik naar ze toe om het uit te leggen. Anders was het leed de volgende dag niet te overzien.
Later vroegen ze of ik directeur van de Woningbouwvereniging wilde worden. Ik vond het een hele eer en heb de functie aanvaard.
In 1985 ben ik met pensioen gegaan.
Opgeschreven door Anneke Wittink – Mattart, 2013