Het was 16 februari 1949, grote opschudding in Schagen. Een drukte van belang hoe kon dit gebeuren? Het postkantoor aan de Laan berooft van een enorm bedrag aan geld. De Schager Courant besteedde er een extra editie aan. Overal in Nederland las men het artikel, in plaatselijke of de landelijke kranten. Zelfs via de radio werd de overval bekend gemaakt. Maar wat heeft dit te maken met de Wieringerwerf?

 

Wat is er precies gebeurd. Het was net na de tweede wereld oorlog dat dit zich afspeelde. Bij de bloemist Kuiper in Wieringerwerf werkte Jaap Schoorl als tuinman. Een week na de overval kwam in hij een noodwoning aan de Raadhuisstraat in Wieringerwerf te wonen. Er werd mij door Marco van Tol, lid van een toneelgroep uit Schagen, gevraagd of ik foto’s had van deze noodwoningen. Zij waren bezig met een stuk over deze overval. Ik kon ze een foto bieden van ‘de Bocht’ de witte Maycrete woningen. Dit was toen de Raadhuisstraat nu de Verbindingsweg. In de Schager Courant staat bij de column ‘retourtje toen 1930’ Regionaal een stukje van een krantartikel over de roof, een foto van dr. J.L. van der Pauw. Dit maakte het nog interessanter om me er in te verdiepen.

 

Jaap Schoorl was het negende kind van de elf in de familie Schoorl. Geboren aan de Loet in Schagen in 1920. Zijn vader was landarbeider. Jaap was een buitenbeentje van de familie, hij liep enigszins mank en kon hierdoor niet meedoen met vriendjes. Voetballen zat er niet in en hierdoor voelde hij zich buitengesloten en voelde hij zich minder dan de anderen. Maar hij trachtte dit te overstemmen door zich als een durfal te laten zien. Hij was goed met zijn handen was kunstzinnig en werkte als tuinman bij Kuiper in Schagen tot vermoedelijk in 1944. Tijdens de oorlog had hij een rol in het verzet in Schagen. Hij werd zelfs compagniecommandant bij de Binnenlandse Strijdkrachten en werkte mee aan onder andere de wapendroppings. Pleegde overvallen op distributiekantoren om de voedselbonnen en geld buit te maken samen met leden van de verzetsploeg. Hij zorgde dat de wapens gedistribueerd werden met gevaar voor eigen leven.

 

 

Naar Friesland
Kort na de oorlog ging hij naar Friesland om met een vriend een eigen hoveniersbedrijf te beginnen. Het werd een fiasco. Hij leerde in die periode zijn vrouw kennen Tjitske of ‘Jessie’ zoals zij zich liever noemde, kennen. Zij was van huis uit weelde gewend maar kon dit door de oorlog en problemen thuis, doordat haar moeder in Duitsland had gewerkt en zij zelf van collaboratie verdacht werd, niet veroorloven. Dit stond Jaap niet in de weg en ze trouwden in september 1947 en kregen in 1948 hun eerste kind. Dit was ook het jaar dat hij terug keerde naar Schagen. Hij kon weer terecht bij de bloemist Kuiper die zijn kwekerij had verplaatst naar Wieringerwerf. Jessie woonde toen nog in Friesland met hun ondertussen twee kinderen. Jaap woonde bij zijn moeder in. Hij moest op deze manier twee huishoudens onderhouden wat met een weekloontje van 45,00 gulden bijna niet te doen was. Het liep allemaal anders dan hij het zich had voorgesteld. Jessie die voor het huwelijk behoorlijke welstand gewend was geweest, was met de situatie niet tevreden. Hij kon de gouden bergen die hij haar had beloofd niet waarmaken. Hij bezocht haar eens in de één of twee maanden. Hij had het geld niet om vaker af te reizen naar Friesland.

 

Geldschieter
Omstreeks begin 1949 kreeg hij een woning toegewezen in de Raadhuisstraat in Wieringerwerf. Het gezin kon het huis niet direct betrekken omdat ze simpelweg geen geld hadden om meubilair aan te schaffen. Jessie wilde dat Jaap toch voor het geld ging zorgen zodat de woning ingericht kon worden. Jaap was ten einde raad en probeerde op verschillende manieren aan geld te komen. Hij vroeg het aan mensen in Schagen en zelfs bij een geldschieter uit Rotterdam werd gevraagd. Het liep allemaal verkeerd waardoor Jaap verder in de schulden kwam. Hij raakte wanhopig en zag geen andere uitweg meer dan iets wat niet van hem was zich toe te eigenen. Als verzetsman had hij nog een Remington-revolver in zijn bezit. Hij had als verzetsman de praktijk ervaring op gedaan om overvallen te plegen om aan geld of bonkaarten te komen. Zo kreeg hij van de ene op de andere dag het idee om het postkantoor van Schagen te overvallen. Dit had hij kort voor de overval besloten omdat het volgens hem het gemakkelijkste doelwit was. Na de overval ging hij met de buit van 10.000 gulden aan bankbiljetten en 500 gulden aan wisselgeld die in een trommel in de safe lag, op zijn fiets naar zijn ouderlijkhuis. Het geld wat in de trommel zat verborg hij onder een stapel hout maar hij wist toen nog niet hoeveel het was wat hij buit had gemaakt. De overval werd rond tien over half zes in de vroege ochtend gepleegd. En om tien over zes die zelfde ochtend vertrok hij met de bus naar Wieringerwerf om te werken. ’s Avonds hoorde hij wat het geld bedrag was en haalde het trommeltje tevoorschijn en leegde het en verstopte het geld en zijn revolver in huis. De trommel gooide hij in een sloot. Hij nam het de dag erop mee naar Wieringerwerf en verstopte het op verschillende plaatsen in zijn nog lege huis. Zijn vrouw Jessie was al eerder uit Friesland overgekomen en woonde samen met hem bij zijn moeder en begon meubeltjes te kopen deels in Schagen. Zo kon het gezin een week na de beroving eindelijk hun huisje aan de Raadhuisstraat betrekken.
Milde straf
Begin maart 1949 werd hij aan gehouden in zijn woning aan de Raadhuisstraat rond 17.45 uur en gearresteerd. Nadat hij een paar dagen in Winkel vastgezeten had en daar verhoord was, werd hij overgebracht naar het Huis van Bewaring in Alkmaar. Het proces had plaats op 19 juli 1949 in Alkmaar. Juli 1949 was de uitspraak en kreeg hij een zeer milde straf van één jaar voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar. Hij werd de eerste twee jaar van de proeftijd onder toezicht van de reclassering gesteld. Hij was daardoor onmiddellijk vrij. Het feit dat hij zo verdienstelijk was geweest als verzetsman werd deze straf zo mild. Jaap keerde geruisloos terug naar Wieringerwerf en bleef tot begin jaren zestig hier wonen. Hier zijn naast de twee kinderen nog vijf kinderen geboren. Het was een zwaar om alle eindjes aan elkaar te kunnen knopen in het gezin. Jaap werkte bij de Hoogovens en deed agrarisch seizoenswerk. Ze zijn begin jaren zestig van de vorige eeuw naar Lekkerkerk verhuisd. Een bijzonder verhaal wat alleen met de herdenkingen van de tweede wereld oorlog weer eens opduikt.

Het toneelstuk, -De tragische misstap van een goede Schagenees- is eind van 2014 opgevoerd geweest in het Scagon theater in Schagen.

Met dank aan dr. J.L. van der Pauw die dit voorval heeft onderzocht en waaruit ik dit verhaal met toestemming mocht opmaken.
Ina Hoogenbosch-Glas