Periode: 1982 – 2008
Verteld door: Cor de Jong.
Plaats: Schelpenbolweg.
Als je zo’n mooi modelvliegtuig hebt wil je natuurlijk vliegen. Dat gaat niet zomaar, je moet veel oefenen en dan je vliegbrevet halen. Hoewel, de jongeren zijn tegenwoordig zo handig met het gebruik van joysticks, die hebben daar weinig moeite mee. Met dat vliegbrevet mag je ook op vliegvelden van andere verenigingen vliegen
natuurlijk tegen betaling, maar dat is maar een paar euro per keer. Leuk bijvoorbeeld in de vakantie, kun je je vliegtuig meenemen.
Natuurlijk heb je ook wel eens pech. We zeggen altijd: zodra je de lucht in gaat moet je je toestel afschrijven. Er kan altijd een draadje losgaan of de zender kan stuk gaan. Zelf heb ik ook eens een toestel verloren. Een nieuw lid, die nog niet precies wist hoe alles werkte, zat op mijn kanaal zodat mijn toestel onbestuurbaar werd en zijn neus in een geparkeerde auto boorde. Vliegtuig stuk en de motorkap een flinke deuk. Je moet dus wel verzekerd zijn, want zo’n vliegtuigje kost enkele honderden euro’s en als er dan ook nog een auto bij betrokken is dan loopt dat gauw op.
Tegenwoordig komen veel modelvliegtuigjes uit China en Korea. Die zijn helemaal compleet te krijgen voor de prijs die je voor een bouwpakket betaalt. Ze zijn dan niet van hout en folie, maar van tempex. Als die neerstorten dan verkruimelen ze meestal helemaal, maar we hebben ook een keer meegemaakt dat er een in twee delen brak. Die werd gelijmd en tien minuten later vloog hij weer! Dan heb je wel geluk.
Je kunt ook zweefvliegen. Als het vliegtuig een bepaalde hoogte heeft en er is daar thermiek dan kun je het motortje uitschakelen en door in die thermiekbel rond te cirkelen kun je hem steeds hoger laten vliegen. Dat is ook heel leuk om te doen; zit je in je stoel, kastje op schoot en maar naar boven kijken. Je moet wel zorgen dat het niet te ver weg gaat anders kun je hem niet meer besturen. Zo is er eens een zweefvliegtuigje van een van onze leden op Texel geland. Die had dus gelijk het afstandsrecord op zijn naam staan!
Ook kun je een zweefvliegtuigje met een lijntje laten optrekken door een ander toestel. Dit gaat net als in het echt. Zit je hoog genoeg dan kun je met de afstandsbediening het lijntje van je toestel loskoppelen. Het toestel dat getrokken heeft laat de lijn daarna vallen. Die wordt dan van het veld weggehaald en dan kan dat toestel veilig landen. Je kunt zo wel een half uur in de lucht blijven.
Jaarlijks worden er landelijke wedstrijden gehouden. Je kunt meedoen in A, B of C-klasse. Je moet dan bepaalde figuren vliegen, die door de jury beoordeeld worden. Dat is heel secuur werk en daar moet je dan ook veel op oefenen. Dat doe ik niet meer maar het is prachtig om te zien. De moderne techniek heeft ook zijn intrede gedaan in de modelvliegsport; het vliegen wordt daardoor steeds eenvoudiger, al blijft het natuurlijk opletten.
Het is ook een heel gezellige sport. Je zit met een stel, vliegt een paar rondjes, kletst wat met elkaar, en je zit heerlijk buiten op je stoel naar boven te kijken.
Geschreven door: Lenie Visser-Geers.