Wieringermeer, 22 augustus, aangepast op 5 en 10 september 2025
Door Anita Blijdorp
Een serie over collaboratie in de Wieringermeer 1940-1945. Artikelen verschijnen op onregelmatige basis.
[ Overnemen van informatie op deze pagina is toegestaan MITS u aan bronvermelding doet. Vermeld: auteursnaam, -titel- van het artikel, gepubliceerd op www.wieringermeer.nl. Vermeld datum/tijd waarop u deze pagina heeft bezocht. ]
Verhoord en weer vrij
Op 12 mei 1945, een week na de bevrijding, werd Gerard Kesselaar uit Middenmeer op zijn evacuatie-adres in Hoogwoud gearresteerd. Kesselaar zou lid van het Arbeitsfront (geweest) zijn. Buren, onderduikers en een tiental andere mensen schreven brieven naar het Militair Gezag. In hun verklaringen benoemen zij juist al het goede dat Gerard had gedaan tijdens de bezetting.
Van collaboratie was geen sprake, na zijn verhoor op 17 juli kon hij snel daarna naar huis. Wie was Gerard Kesselaar en wat weten we over zijn activiteiten tijdens 1940-1945?

Propaganda affiche voor het NAF. Copyright Wikimedia.
Gerard Kesselaar wordt op 13 augustus 1901 geboren in Waarde (Zeeland).[1] Hij trouwt in 1925 met Maria Krina (Marie) Verplakke, in 1903 geboren in Rilland-Bath vlak bij de Nederlands-Belgische grens.

1925, huwelijksfoto Gerard en Marie Kesselaar – Verplakke.
In 1932 arriveren Gerard en Marie in Middenmeer. Er worden vier kinderen geboren, Maatje (1926), Pieter (1928), Marinus (1935, leefde 2 dagen) en Winnie (Ingrid). Tijdens de oorlog werkt Kesselaar als landarbeider bij Gerke Schuiringa[2], op een pachtbedrijf (60ha) aan de Westermiddenmeerweg.
Al ver voor 1940 besteedt Kesselaar veel tijd aan vakbondswerk. Hij kent de diepe armoede van de landarbeiders uit zijn jeugd in Zeeland. Zo is hij eerst voorzitter, later penningmeester bij de afdeling Wieringermeer van de Algemene Nederlandse Bond van Arbeiders in de Landbouw, Tuinbouw en het Zuivelbedrijf.[3] Hij stemt SDAP.

Kijkrichting Brugstraat in noordwestelijke richting. De huizen aan de rechterkant zijn even nummers.
Nederlands Arbeitsfront
Op 1 mei 1942 heft rijkscommissaris Arthur Seys-Inquart alle vakcentrales en vakbonden op. Hun bezittingen en vermogens worden overgeheveld naar het Nederlandsche Arbeidsfront (NAF) dat een dag eerder, op 30 april 1942 werd opgericht[4]. NSB-kopstuk Woudenberg leidt de club, de NAF is feitelijk een nationaalsocialistische organisatie.
Als in juni 1942 ‘zijn’ Landarbeidsbond ophoudt te bestaan, laat Gerard Kesselaar zich overschrijven naar de sociaaleconomische dienst van het NAF. Tegenover de POD-Hoorn[5] verklaart Kesselaar dat ‘Woudenberg bij de start van de NAF in zijn radiorede had gezegd “De NAF staat vrij van politiek”’. Kesselaar zegt verder: ‘Voor het nationaalsocialisme heb ik nooit iets gevoeld, ik ijverde alleen voor betere arbeidsvoorwaarden en heb de Duitsers tegengewerkt waar ik kon, ook in mijn functie als bestuurslid NAF.’
Winterhulp
Gerard Kesselaar is door burgemeester Gerrit Loggers gevraagd zitting te nemen in het Winterhulpcomité voor de Wieringermeer[6]. De Winterhulp was alweer zo’n initiatief uit nationaalsocialistische hoek, vanaf najaar 1940 het enig toegestaan initiatief voor hulp aan behoeftigen.
Kesselaar heeft zich tot zeker voorjaar 1944 ingezet voor behoeftigen, veelal landarbeiders die in de winter geen inkomen hadden. Wie een uitkering van de Winterhulp wilde aanvragen kon voor het formulier bij drie personen terecht, in elk dorp een.[7]
‘Kop van Mansholt gered’
In de tijd tussen zijn arrestatie en het verhoor zitten twee maanden. Gerrit en Marie zetten allebei op papier wat zich tijdens de oorlog afspeelde in hun huis en omgeving. Marie schrijft zelfs drie keer, bij elke brief verontschuldigt zij zich voor haar gebrekkige taalkennis, die te wijten aan feit dat zij ‘tussen 1914-1918 geen onderwijs genoten heeft vanwege de oorlog aan Belgische zijde‘.
In de zomer van 1940 laat Sicco Mansholt zich nogal vrijpostig uit over Adolf Hitler tegenover los arbeider B. van Dijk. ‘Sla eerst de kop van Hitler hiermee af en dan krijg jij deze zeis’, niet wetende dat de persoon in contact staat met de Duitse Wehrmacht. Van Dijk wil Mansholt aangeven bij de autoriteiten en zo het verradersloon à f25,- opstrijken.
Kesselaar verijdelt het indienen van een klacht tegen zijn SDAP-partijgenoot door de verklikker uit eigen zak dit bedrag te betalen. ‘Zo hebben wij de kop van Mansholt gered, [25 euro was] in die tijd voor een arbeider een groot bedrag’, verklaart Marie.

Aanmeldingsaffiche voor de SDAP, 1945. Collectie IISG.
Kostganger Max de Vries
Gerard en Marie hebben, en dat is heel gebruikelijk in die tijd, vele kostgangers in huis. Vanaf 8 april 1941 staat de joodse Max de Vries (27 maart 1918 – 31 maart 1943) officieel ingeschreven op Brugstraat 18. In de zomer van 1942 moet Max op last van de Duitsers ‘voor evacuatie’ naar Amsterdam. Politieagent Johannes Hendrikus Noot komt hem persoonlijk van huis ophalen, iets wat hem, volgens Marie, in het geheel niet was opgedragen.
De Kesselaars sturen Max’ levensmiddelen na, tot het half september stil wordt. Max blijkt op 1 augustus in Amsterdam te zijn gearresteerd, hij belandt daar in een politiecel. Op 10 september 1942 stuurt de bezetter hem naar Kamp Westerbork en de dag erna, op 11 september gaat Max op transport richting Auschwitz. Max de Vries wordt na een half jaar dwangarbeid op 31 maart 1943 vermoord.

Uitsnede persoonskaart Max de Vries. Per 8 april 1941 ingeschreven als inwoner van gemeente Wieringermeer. Bron: RAA.
Niet naar Duitsland
Vanaf eind 1942 werd het voor Nederlandse mannen moeilijker zich te ontrekken aan arbeidsdienst in Duitsland. Via een tiental brieven in het cabr-dossier van Kesselaar krijgen we een idee wie er voor onderduik komt aankloppen bij Gerard en Marie. Onder andere Jan Mantel uit Den Helder, IJ. de Bruin uit Barsingerhorn en H.J. Otte uit Velsen-Noord vertikken het naar Duitsland gestuurd worden.
Kostganger Kees Punter, voormalig dienstplichtig officier en werkzaam in de polder, verlaat juist de en strijkt illegaal neer in Amsterdam. Punter weigert om, zoals de bezetter vanaf eind april 1943 beveelt, zich terug te laten voeren in krijgsgevangenschap, en verplichte arbeid in Duitsland. Gerard Kesselaar heeft ‘zolang Kees Punter het niet voor elkaar had met zijn (voedsel)bonnen, steeds voor bonnen gezorgd’.
Een spoorman met gezin
In november 1944 komt Alkmaarder en spoorwegwerker A. van Kuilenburg mét vrouw en twee dochters onderduiken, het gezin blijft tot einde januari 1945[8]. De buren Zuman, J. Vos en ook J. Staal roemen Gerards hulpvaardigheid, zoals het waarschuwen bij dreigende fietsenvordering.
Van gewicht is ook de korte krabbel van schoolmeester en commandant van de knokploeg (KP) Hoogwoud, Gerard Tulp. Hij bevestigt dat Gerard Kesselaar ‘mensen van Duitsland heeft gered; ook pastoor Braak oordeelt positief over hem’. De POD ziet geen reden meer om Gerard langer vast te houden, op 21 juli is hij vrij man.

Pastoor Pieter Braak in 1955. Aangesteld als bouwpastoor in 1932 in Slootdorp. Beeldbank W’Meer #01730.
Koelhuischef
Gerard en Maria Krina keren in 1947 terug naar Middenmeer, nu op Brugstraat 14. Gerard gaat in de jaren vijftig aan de slag als koelhuischef, vermoedelijk bij de ZWM (coöperatieve Zaaizaadvereniging Wieringermeer). Na zijn pensionering woont Gerard in Wieringerwerf op verschillende adressen (Saturnusstraat, Lelypark bejaardenhuisjes) en vertrekt in 1978 naar Hoorn. Gerard Kesselaar overlijdt na een lang ziekbed op 19-02-1980. Maria Krina Verplakke overlijdt op 20-07-1981 in Twisk.

Circa 1965, Maria Krina Verplakke en Gerard Kesselaar. Foto privéarchief fam. Houtekamer.
Overlijdensadvertentie

Overlijdensadvertentie in Provinciaal Zeeuwse Courant, 20 februari 1980. Pagina 8.
>>>> Terug naar start serie Collaboratie
Naschrift – A.C. de Graaf was plaatselijke directeur Winterhulpcomité
De latere verzetsman A.C. (Adrie) de Graaf was in november 1940 door Sikke Smeding aangesteld als plaatselijk directeur van het Winterhulpcomité Wieringermeer[9], een functie die hij tot zijn ontslag als wethouder in juli 1942 bekleedde. Alle bestaande hulpinitiatieven van particulieren, ook nog bestaande lokale afdelingen van het eerdere Nationaal Crisis Comité waren in de herfst van 1940 door de Duitsers verboden.
De Graaf schrijft eind 1940 in de Wieringer Courant over de Winterhulp, : ‘Hoe men dit werk ook beziet, als ideaal of noodzakelijk kwaad, men moet er rekening mee houden dat de bezetter (…) de Winterhulp als enige mogelijkheid heeft overgelaten om in bredere kring wel te doen.’
Een principiële opstelling, weigeren om de Winterhulp te laten functioneren, had volgens De Graaf geen zin. Met weigeren ‘treffen we juist hen die hiervoor in aanmerking komen en niet de bezetter’. [10]

Propaganda voor de collecte van de Winterhulp. Collectie NIOD.
_____________________________________________________________________________
Geraadpleegde bronnen Gerard Kesselaar
ARCHIEVEN
Nationaal Archief Den Haag (NA)
– Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR): dossier Gerard Kesselaar (inv.nr. 105957)
Noord-Hollands Archief Haarlem (NHA)
-Archief Militair Gezag Noord-Holland, Districts Commissariaat van Den Helder (inv.nr.5).
Regionaal Archief Alkmaar (RAA)
– Collectie Documentatie Tweede Wereldoorlog. Onderzoeken zuiveringscommissies, lijst te arresteren personen in Wieringermeer.
– Wieringer Courant, Wieringermeerbode
NIOD Amsterdam
– online Cartotheek Joodse Raad, kaart Max de Vries.
Historisch Genootschap Wieringermeer (HGW)
– Adresboeken Wieringermeer
– Pachterskaart 1942
– Beeldbank
INTERNET
https://oorlogsbronnen.nl
https://houtekamer.com/stamboom/kwartierstaat.html
https://www.werkdorpwieringermeer.nl/max-de-vries/
https://krantenbankzeeland.nl/issue/pzc/1980-02-20/edition/0/page/8?query=
Met dank aan Gilbert Houtekamer voor het gebruik van foto’s uit het privéarchief van familie Houtekamer. Zijn oma (Neeltje) Née Kesselaar was een zuster van Gerard.

Twee zussen en een broer. Neeltje (1910), Gerard (1902) en Kee Kesselaar (ca.1912). Privéarchief fam. Houtekamer. Naam jongen niet bekend.
Noten
[1] Zoon van Jan Kesselaar (*17-09-1874 ’s-Gravenpolder. Overl. 26-02-1946 in Waarde) en Maatje Johanna van Vliet (* 01-09-1878 Kattendijke. Overl. 12-06-1947). Voor namen van de vier kinderen, Historisch Genootschap, de boeken van Cees Keppel.
[2] In 1942 is formeel de pachter van kavels H19-21 weduwe Jantje Schuiringa; echtgenote van Jakob Petrus (Job) Schuiringa (1887-1939). Zoon Gerke (1916-2000) had in 1942 al de dagelijkse leiding over het bedrijf.
[3] De Wieringermeer telde in 1938 vertegenwoordigingen van maar liefst 14 vakorganisaties voor arbeiders in de land- en tuinbouw en veeteelt, het bakkersbedrijf, de bouwsector, metaalbewerkers, schilders, houtbewerkers, opzichters, handels- en kantoorbedienden. Bron: RAA, Tg.0623. Inv.nr. 1374.
[4] De nazificering van de vakbeweging liep uit op een faliekante mislukking. Lees verder: https://resources.huygens.knaw.nl/socialezekerheid/instellingen_en_personen/show_long/NedArbeidsfront
[5] POD, Politieke Opsporingsdienst.
[6] Vermoedelijk treedt Kesselaar in winter 1941/1942 toe. In ieder geval vóór juli 1942, de maand Gerrit Loggers wordt gearresteerd en in Kamp Sint-Michelsgestel (N-Brabant) gevangengezet.
[7] In januari 1944 kon er op 3 adressen formulieren worden ingeleverd. In Slootdorp bij M.L. Konings. In Middenmeer bij G. Kesselaar. In Wieringerwerf bij I. Harshagen. Bron: Wieringermeerbode, 26-01-1944.
[8] De Nederlandse regering in Londen riep in september 1944 op tot een spoorwegstaking. Als gevolg daarvan doken 30-duizend man spoorwegpersoneel, én hun gezinnen onder. Lees verder: https://www.verzetsmuseum.org/nl/kennisbank/spoorwegstaking
[9] Zie Wieringer Courant en Wieringermeerbode, diverse mededelingen tussen november 1940 en februari 1944 van het Winterhulpcomité Wieringermeer.
[10] Wieringer Courant, 21 december 1940.