De Wieringermeer, in 1930 veroverd op de zee, is de enige echte Zuiderzeepolder in Nederland. De drooglegging maakte deel uit van de Zuiderzeewerken.

De drooglegging van de Wieringermeer en de aanleg van de Afsluitdijk zijn voortgekomen uit plannen van de Zuiderzeevereeniging. Prof. Dr. Cornelis Lely (1854 – 1929) is een van haar bekendste leden en als ingenieur de eigenlijke grondlegger van de polder. In de eerste dertig jaar van haar bestaan (1886 – 1916)  stuitten de plannen van de Vereeniging op veel verzet. Bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (1914) bleek voor het neutrale Nederland hoe belangrijk een nationale voedselvoorziening was en dus de noodzaak voor extra landbouwgrond.

Ansichtkaart Cornelis Lely 1854 2004

© Beeldbank Genootschap Wieringermeer, databasenr. 1560.

Na de watersnoodsramp in januari 1916, waarbij grote delen van Noord-Holland onder water kwamen te staan, keerden de kansen. Dr. Lely was in die periode voor de derde maal minister van Waterstaat. In juni 1918 werd de Zuiderzeewet van kracht waarin was besloten een dijk aan te leggen, “loopende van de Noordhollandsche kust door het Amsteldiep naar het eiland Wieringen en van dit eiland naar de Friesche kust bij Piaam”. Naast het traject voor de Afsluitdijk werd ook een stuk zee aangewezen dat geschikt leek voor drooglegging: tussen Wieringen, Kolhorn en de Westfriese Zeedijk verschenen de contouren van de Wieringermeer.

Cornelis Lely maakte de drooglegging niet meer mee, hij stierf in 1929. Op 21 augustus 1930 viel de Wieringermeerpolder droog. In mei 1932 werd de Afsluitdijk voltooid.

 

 

 

Het eerste bedrijfsgebouw in de Wieringermeer

© Beeldbank Genootschap Wieringermeer. Databasenr 0815. In februari 1931 werd het eerste bedrijfsgebouw (De Eerste) gebouwd.

Verregaande staatsbemoeienis

Bij de inrichting van de polder had de overheid een stevige vinger in de pap. Het Rijk wilde koste wat kost een herhaling van de ellende in de Haarlemmermeer vermijden. Die polder was in het midden van de negentiende eeuw drooggelegd en vervolgens aan haar lot overgelaten. Chaos, anarchie, ziektes en diepe armoe waren het gevolg. Met de nieuwe polder moest dat anders. De Voorlopige Directie van de Wieringermeer kreeg de taak alles in goede banen te leiden. En met alles, bedoelde men ook echt alles. De Voorlopige Directie zorgde voor de uitgifte van cultuur- en bouwgronden, bebossing en beplanting, woningbouw, de aanleg van de waterleidingen, elektriciteit, het onderwijs en medische en godsdienstige verzorging. Nu is dat een heel normale gang van zaken in Nederland. In het begin van de twintigste eeuw was die verregaande staatsbemoeienis ongekend.

 

 

BoerderijtypeN databasenr0610

Boerderijtype N, Molenweg, Slootdorp

Nauwkeurige bewonersselectie

De overheid bemoeide zich stevig met de bevolking van de Wieringermeer. Het Rijk stelde arbeiders aan om het land te ontginnen en ook de eerste boeren werden zorgvuldig geselecteerd. Zeventig bedrijfsboeren kregen een vast weekloon van 40 gulden, het recht op vrij wonen en voorrang als de grond eenmaal verpacht zou worden. Vanuit het hele land solliciteerden duizenden boerenzonen. De overheid bepaalde ook hoe de pachtboerderijen eruit moesten zien. Boerderijen werden in serie gebouwd. Na veel studie viel de keus op het Friese boerderijtype: woon-, werk- en bergruimtes kwamen zoveel mogelijk onder één dak.

Wieringermeerfanfare databasenr0225

© Beeldbank Genootschap Wieringermeer. De Wieringermeerfanfare, opgericht 18-05-1933 Databasenr. 0225.

 

 

De Wieringermeerziekte

Bewoners van de Wieringermeerpolder kwamen overal vandaan. Vanaf 1930 moest er een nieuwe gemeenschap groeien. Iedereen had zijn vertrouwde regio verlaten en miste familie en vrienden. De pioniers bleken initiatiefrijk in het vormen van een gemeenschap. Amper waren de verhuiswagens uitgepakt of de verenigingen schoten als paddenstoelen uit de grond. Het waren er al snel zoveel dat er gekscherend werd gesproken over ‘de Wieringermeerziekte’. Boerenleenbanken, een melkcontrolevereniging en een fokvereniging: met vereende krachten probeerden leden van de landbouwcoöperaties een succes te maken van hun ondernemingen. Ook het broodnodige vertier werd niet vergeten. Al in 1934 trok de eerste Wieringermeerfanfare stampvolle zalen. Geld voor de instrumenten was voorgeschoten door de Voorlopige Directie.   [Database Beeldbank, nr. 0225] Onderschrift:

Kreileroord in opbouw databasenr1942

© Beeldbank Genootschap Wieringermeer. Circa 1956, bouwen in Kreileroord.


Vier dorpen

Het bestuur bepaalde ook waar en hoeveel dorpen er kwamen en de inrichting van elk dorp. Drie dorpen werden gebouwd vóór 1940: Slootdorp, Middenmeer en Wieringerwerf. Na de Tweede Wereldoorlog is Kreileroord als vierde dorp gesticht.

 

Voor de tweede keer droog

Tijdens de Tweede Wereldoorlog ging de opbouw van de polder door met nieuwe uitgiftes van pachtboerderijen. Maar aan deze opbouw kwam abrupt een einde op 17 april 1945. De Duitse bezetter bracht op twee plaatsen in de IJsselmeerdijk munitie tot ontploffing. Het water stroomde met grote kracht de polder in. Ruim 7000 bewoners én onderduikers moesten vluchten, het nieuw gewonnen land verdween onder water. Na de bevrijding in mei 1945 werd met man en macht gewerkt, en in december viel de polder voor de tweede keer droog. Het duurde tot ver in de jaren vijftig voordat alle boerderijen, woningen, scholen, winkels, kantoren, wegen en bruggen weer waren opgebouwd.