Wieringermeer, 20 mei 2025
Door Anita Blijdorp
Een serie over collaboratie in de Wieringermeer tijdens de Tweede Wereldoorlog. Artikelen verschijnen op onregelmatige basis. [ Informatie van deze pagina mag overgenomen mits u aan bronvermelding doet. Vermeld: auteursnaam, -titel- van het artikel, gepubliceerd op www.wieringermeer.nl. Vermeld datum/tijd waarop u deze pagina heeft bezocht. ]
Jannes Abbring (1909-1946)
Op 8 mei 1945 werd landbouwer Jannes Abbring uit Middenmeer in het West-Friese Spanbroek gearresteerd en opgesloten in Obdam. Hij werd ervan verdacht zich tijdens de oorlog onvaderlandslievend te hebben gedragen. Met name werd hem kwalijk genomen dat hij bij de ingang van zijn erf aan Groetweg C4 (Middenmeer) twee grote witgeschilderde basaltblokken had geplaatst. Op het ene blok had hij een hakenkruis en ‘Heil Hitler’ geschilderd, op het andere de NSB-groet ‘Hou-Zee!’ Bovendien had hij tijdens de oorlog in WA-uniform gelopen en had hij dienst gedaan als chauffeur van het NSKK, het transportkorps van de Duitse Weermacht. Tot een uitspraak door een rechter kwam het niet, Jannes Abbring overleed op 9 september 1946 in een chaotisch bestuurd interneringskamp te Wezep.
Groninger wortels
Jannes Abbring, geboren op 11 maart 1909 in het Groningse Slochteren, is het zesde kind van Jan Abbring en Aaltje Bons. Hij trouwt op 11 maart 1937 in Ten Boer met Martha Huining. Abbring solliciteert met succes naar een pachtboerderij in de Wieringermeer. Bij de uitgifte van 1 november 1938 krijgt hij aan de Groetweg kavel C4 (20 ha) toegewezen. Zijn directe buren zijn de families Tj. Spriensma en R. Venhuizen.

Uitsnede pachterskaart Wieringermeer, 1942. Pachters aan de Groetweg.
Dorpsboerenraad
Jannes en Martha hebben in de jaren dertig sympathie opgevat voor het nationaalsocialisme. Ook zijn vijf jaar oudere broer Hendrik Abbring is gecharmeerd van de beweging. Tijdens zijn sollicitatie in 1937 bij de Directie Wieringermeer heeft Jannes blijkbaar geen ruchtbaarheid gegeven aan zijn sympathieën, het zou zijn kansen op een boerderij zeker verkleind hebben. Maar in november 1941 is er geen enkel obstakel meer, Jannes (en ook Martha) sluit zich aan bij Musserts beweging. Op zijn lidmaatschapskaart staat het (hoge) nummer 164572. Tijdens zijn verhoren verklaart Abbring zich […] ’ten volle voor ons ideaal heb gegeven. De NSB zou een betere toekomst brengen, dit was mijn overtuiging.’ Ook belangrijk in zijn keuze voor de NSB was volgens hem een belofte van Hitler dat ‘Duitsland ons een eigen regering had beloofd’.
Abbring wordt in 1942 lid van de Dorpsboerenraad van de ‘foute’ Nederlandse Landstand. NSB-burgemeester Aris Saal is Dorpsboerenleider. In oktober van hetzelfde jaar laat Jannes zich keuren voor een positie bij de Vrijwillige Hulp Politie (VHP). Echt toetreden doet hij niet want na verschijnen voor zijn eerste dienst op 7 februari 1943 volgt een week later ontslag. De reden is niet bekend.
Goede verstandhouding
Jannes en Martha hebben naar eigen idee een goede verstandhouding met de buren. Politiek mag geen obstakel zijn. Jannes: ‘Met mijn buren, allen politieke tegenstanders, heb ik steeds in goede verstandhouding geleefd. Nimmer onaangenaamheden of meningsverschillen over politieke omstandigheden gehad.’
Naar Duitsers hield hij naar eigen zeggen afstand: ‘Drie Duitse soldaten welke in Middenmeer gelegerd lagen, kwamen meermalen bij mij met een verzoek om inlichtingen. Maar ik heb nimmer informatie over personen of goederen verstrekt.’ Zijn uniform valt op bij zijn collega-boeren die hij treft op de wekelijkse landbouwbeurs in Hotel Smit te Middenmeer. Lauret sr. vertelde aan zijn vrouw en kinderen: ‘Abbring was er vandaag ook, in zijn uniform van de WA.’
Chauffeur bij de NSKK
In oktober 1944 volgt Abbring een opleiding bij het Politie Opleidings Bataljon (POB) ondergebracht in de Westenbergkazerne in Schalkhaar (nabij Deventer).
‘Na Dolle Dinsdag (5 september 1944) ben ik opgeroepen voor NSKK (de motor-WA), ik ging naar Almelo voor de opleiding en om in geval van noodtoestanden mensen te vervoeren. Toen mij duidelijk werd dat ik als chauffeur van het NSKK munitie moest rijden, heb ik dat geweigerd. Commandant Heyendorfer hoorde mijn relaas aan, dat ik alleen voor het algemeen belang wilde rijden, doch niet voor de Duitse weermacht. Iemand anders had mij ingedeeld, die had een andere voorstelling van zaken gegeven. Ik voelde mij bedrogen. Ik kon na dit onderhoud naar huis, samen met enkele anderen.’
Naar eigen zeggen heeft Abbring na thuiskomst enkel verkeerscontroles uitgevoerd bij Hoorn, gekleed ‘in een grijs soldatenuniform en gewapend met een pistool. (…) ‘Ik heb als WA-man nooit een motorrijtuig of iets gevorderd of in beslag genomen.’
Detentie
De ondergrondse in de Wieringermeer legt in het vroege voorjaar van 1945 een ‘lijst te arresteren personen’ aan. Daarop staan ook de namen van Jannes Abbring en Martha Huining. Het gezin Abbring wijkt op 17 april 1945 (onderwaterzetting Wieringermeer) uit naar Spanbroek. Hier wordt Jannes op 8 mei gearresteerd en vastgezet in Obdam. Rechercheurs van de Politieke Opsporingsdienst (POD) nemen hem op 10 mei een eerste verhoor af. Tijdens latere verhoren (in juni en november 1945) geeft hij alles toe wat hem ten laste wordt gelegd maar voegt eraan toe dat hij nooit een verrader is geweest.
Een bekende van hem, landbouwer en mede NSB-lid Oege Venema van de Alkmaarseweg, verklaart najaar 1945 in kamp De Vlijt op Texel (waar Venema op dat moment gevangen zit) over Abbring: ‘Hij was fanatiek en idealistisch’, maar ook een ‘eerlijk en oprecht’ mens.
Abbring verhuist in 1946 naar het bewaringskamp-in-wording bij Wezep (toenmalige gemeente Oldebroek). De leefomstandigheden zijn op dat moment ronduit slecht. Voorzieningen en verzorging voor de gedetineerden zijn nog niet op orde, het echte kamp gaat pas open in 1947.

Persoonsbewijs Jannes Abbring, afgegeven op 9 juni 1941 door gemeente Wieringermeer.
Overlijden
Jannes Abbring overlijdt op 9 september 1946, zonder dat een rechter zijn zaak heeft behandeld. Als doodsoorzaak wordt vermeld: tuberculose (tbc). Of dit de enige en echte doodsoorzaak is, is moeilijk te achterhalen. In de Wieringermeer gaat in die tijd een verhaal rond over een ‘verdrinkingsdood’.
Bewindvoerder van de nalatenschap van Abbring is de 50-jarige tuinder H. C. Schertzing te Spanbroek. Postuum wordt Abbring veroordeeld tot betaling van ƒ 15.000, zijn nalatenschap heeft een waarde van ƒ 53.000. Later wordt de boete teruggebracht tot ƒ 3750. Jannes Abbring laat twee dochters na. Zijn vrouw Martha en de meisjes keren niet terug naar de Wieringermeer. Martha Huining overlijdt in 2009.
Lees ook: Collaboratie in de Wieringermeer tijdens WO2.
Anita Blijdorp – 20 mei 2025.
Contact: anitablijdorp@gmail.com
Bronnen:
ARCHIEVEN
Nationaal Archief
CABR/Jannes Abbring:
- Politieke Recherche Afdeling (PRA) Alkmaar: inv.nr 8027
- Tribunaal Alkmaar: inv.nr. 15028
Nederlands Beheerinstituut. Tg. 2.09.16.01. Inv.nr. 26360.
Min. van Justitie, Directoraat Generaal Bijzondere Rechtspleging, Tg. 2.09.08. Inv.nr. 1545. Interneringskamp Wezep.
Regionaal Archief Alkmaar
Archieven van de gemeente Wieringermeer 1938-1985. Tg. 0623. Inv.nr. 1705. Dossier Jannes Abbring.
Collectie Documentatie Tweede Wereldoorlog. Tg. 0853. Inv.nr. 332. Onderzoeken van zuiveringscommissies Wieringermeer.
Westfries Archief
Bibliotheek. Politiek Opsporingsregister. POD Zaanstreek, 1945. 3 delen.
Het Gelders Archief
Gemeente Oldebroek, overlijdensregister.
KRANTEN
Regionaal Archief Alkmaar. Nieuw Noordhollandsch Dagblad voor West-Friesland, 9 oktober 1946 en 4 juli 1947.
MONDELINGE INFORMATIE
Dhr. Bert Lauret, in 2021.
INTERNET
Historiek, ‘Ook Gij behoort bij ons, de NSKK in de Lage Landen’, Alex Dekker, 2019.
Marlies ten Berge, 2020, De Landstand in Alkmaar.
Vreemde krijgsdienst. https://sites.google.com/site/vreemdekrijgsdienst/a
Ouderlijk gezin Abbring: https://www.genealogieonline.nl/stamboom-abbring/I415.php