Mevr. Klazien Brouwers – Stange (roepnaam Sientje) is geboren op 19 – 9 -1919 te Dinteloord (Noord-Brabant). Zij is in 1932 op 11-jarige leeftijd met haar ouders vanuit Dinteloord naar de Wieringermeer gekomen, samen met nog een oudere en een jongere broer.

Het gezin Stange ging wonen aan de Havenstraat te Middenmeer. Daar stonden in die tijd slechts 11 huizen. Haar vader werkte bij de Cultuur Maatschappij.

Sien ging naar school die werd gehouden in een woonhuis, ook in de Havenstraat. In dat woonhuis was zowel de school als de kerk. ’s Morgens de katholieke viering en ’s middags de protestantse dienst. Na school is Sien Stange gaan werken als 15-jarig meisje bij de fam. van Berge aan de Medemblikkerweg, als meisje voor dag en nacht. Soms moest zij ook eten koken, grote hoeveelheden in grote pannen. Aardappels afgieten was een hele onderneming, als jezelf niet groot bent en die pan wel. Dus gooide Sien alle aardappels in een vergiet en dan weer terug in de pan. Tijdens haar verblijf daar moest ze altijd alleen in de keuken eten en mocht ze nooit ‘meedoen’ met de familie. Toen haar moeder daar kennis van kreeg, haalde die haar weer thuis. Daarna heeft zij bij nog andere mensen gewerkt. Tot slot kwam zij bij slagerij van ’t Riet te werken. Dat heeft zij 4 jaar met veel plezier gedaan. Soms ’s avonds nog klanten helpen, als de fam. Van ’t Riet weg was en zij de oppas had.

Daar werkte ook David Willig, die later naar Slootdorp ging en in de oorlog daar een noodslachterij begon. Als er dan een slachting was, kwam iedereen vlees kopen en stond er ’n lange rij. Het kwam voor dat als je eindelijk aan de beurt was, het vlees op was. Had je voor niets in de rij gestaan. Sien Stange trouwde op 6 maart 1935 met Harm Brouwers, die op 17-jarige leeftijd vanuit Friesland naar de Wieringermeer gekomen was. Na het trouwen hebben zij eerst in de Havenstraat gewoond en zijn ze in 1939 naar Slootdorp verhuisd. Naar de Kerkstraat 43 om precies te zijn en daar heeft mevr. Brouwers ruim 73 jaar gewoond. Vader en moeder Stange verhuisden in die tijd ook naar Slootdorp, naar Kerkstraat 69. Daar kon vader Stange een garage kopen voor fl. 4000,00. Hij schafte 2 vrachtwagens aan en begon samen met zijn schoonzoon Harm Brouwers een bedrijf. Het was helaas van korte duur. In de oorlog, meteen in het begin al, werden die 2 vrachtwagens gevorderd door de Duitsers. Vader Stange werd aardappelhandelaar en Harm Brouwers ging werken bij aannemingsbedrijf Kingma in Slootdorp.

Tijdens (of na?) de onderwaterzetting deed Harm Brouwers af en toe klusjes bij de fa. Zuidema. In de oorlog heeft mevr. Brouwers diverse brandende vliegtuigen gezien, waaronder het neergestorte vliegtuig in de Dolfijnweg. Maar ook het bombardement in Rotterdam heeft zij van dichtbij meegemaakt. Zij logeerde toen bij haar tante in Rotterdam. Mevr. Brouwers bukte altijd als zij die vliegtuigen zag. Zo laag vlogen die kisten. In de Kerkstraat zaten 50 Duitsers in het huis Kerkstraat-hoek Schoolstraat. Eest woonde daar mevr. Klop van het Wit-Gele Kruis, die verhuisde verderop in de Kerkstraat. Toen kwamen de Duitsers in die woning, pal tegenover mevr. Brouwers. Ze had er niet veel last van. ’s Morgens gingen ze zingend door de straten en zag je ze de hele dag niet meer. Maar ’s avonds tikten ze tegen de ramen als je je huis niet goed verduisterd had. Bij noodslager David Willig was een gaarkeuken. Harm Brouwers en nog meerdere mensen haalde daar eten, om het uit te delen aan de mensen die van ver (uit de stad) kwamen om eten te halen.

Het gezin Brouwers woonde naast een NSB’er. Daar hebben zij nooit problemen mee gehad. Die NSB’er mocht wel naar de radio luisteren en zij niet. Dus vroeg Harm Brouwers ’s morgens heel onschuldig aan die buurman: ‘Was er nog nieuws op de radio?’ Gedurende de onderwaterzetting woonde het gezin eerst in Hotel Breed in Wieringerwaard. Later bij iemand in en nog later met z’n twaalven in een stenen gebouwtje, nu schapenschuur. Als je van hier naar Schagen rijdt, zie je het nog staan, helemaal alleen in het weiland. In de oorlog hebben zij ook nog een kind opgevangen uit Amsterdam, die kwam om aan te sterken, doordat er in Amsterdam geen of weinig eten was. Dit werd geregeld door de kerken. De prijzen waren niet misselijk in die tijd : 1 gulden voor ’n ei, en 10 gulden voor ’n potje boter. Alles was op de bon.

Na de oorlog is Harm Brouwers gaan werken bij de Hoogovens. Daar heeft hij 25 jaar gewerkt. Hij is helaas in 1984 al op 66-jarige leeftijd overleden. Niet alleen haar man, maar ook twee van haar drie kinderen moet zij al missen. Haar oudste zoon verdronk op 17-jarige leeftijd. Dit gebeurde op een schip De Uranus, waar hij op voer, is na een aanvaring in het Kielerkanaal gezonken. De Groninger kustvaarder Uranus kwam in aanvaring met het Nederlandse schip Themis van de K.N.S.M.

Haar dochter werd ziek en overleed enkele jaren geleden op 70-jarige leeftijd. Na 73 jaar heeft zij, met veel weemoed, haar huis aan de Kerkstraat moeten verlaten. In 2018, op de leeftijd van 99 jaar, woont mevr. Sien Brouwers – Stange in woonzorgcentrum Kapellehof in Den Oever. Daar heeft zij uiteindelijk ook weer haar plekje gevonden.

Geschreven door Maaike van Keulen