Begin jaren zestig van de vorige eeuw en nu.
Toen – als vijftienjarige gedeporteerd vanuit de Achterhoek naar de Wieringermeer, Schelpenbolweg 14 – dacht ik dat alles er over een eeuw, laat staan een halve eeuw, nog precies zo zou uitzien.
Wat kon er nou veranderen aan die kilometers lange, smalle, rechte weg, aan de boerderijen en boerderijtjes, aan het land daarachter. Aan de vlakte, aan de wind. De rentmeester van de Dienst der Domeinen regeerde nog met harde hand. Geen nieuwe bebouwingen, geen verkoop van staatseigendommen. Dit was de boerderij, dat de grond en dit de huur, dat de pacht.
Nu is een groot deel van alle boerderijen en boerderijtjes, vooral aan de kant van Wieringerwerf, verbouwd door nieuwe bewoners-eigenaren tot burgerwoningen. Achter de nog als zodanig gebruikte boerderijen en boerderijtjes zijn (grote) moderne schuren verrezen. Hoe is de verdeling eigenlijk gegaan van al het land achter de boerderijen en boerderijtjes die die naam niet meer verdienen? De weg is nog even lang, maar breder. Het land lijkt wel minder vlak en het waait er ook niet meer zo. Maar als ik over de Schelpenbolweg rijd, vooral in het stuk over de brug aan de kant van de Wieringerrandweg, herbeleef ik in volle omvang de heimwee van toen.
Wim Velthorst