Trompetboom                                                            C

Catalpa bignonioides

Trompetbomen zijn van nature te vinden in het zuidoosten van de Verenigde Staten. Het zijn snelle groeiers die vooral in de breedte uitgroeien. In het voorjaar dragen de bomen witte klokvormige bloemen. De opstaande pluimen vallen op. In de winter vallen de lange peulen op.

De botanische naam Catalpa is afgeleid van het Cherokese ‘catawba’. Deze Indianen gebruikten delen van deze boom als geneesmiddel. Als een bloem apart bekeken wordt, lijkt deze qua vorm op een trompet, vandaar de Nederlandse naam. Als de bloem pas open is wijken de twee stempel lobben nog uiteen. Na insectenbezoek klappen ze naar elkaar toe. Een bijzondere eigenschap van de planten is dat ze muggen en vliegen op afstand houden. In de peulvormige doosvrucht zitten veel zaden met haarpluis. De zaden worden door de wind verspreid. Wordt ca. 10-15mtr hoog.

Zonnige plaats en vochtige bodem, verdraagt lucht verontreiniging. Trekt drachtboom voor bijen, voedsel voor bijen in de vorm van stuifmeel. Wilg, esdoorn, paardenkastanje acacia en Linde zijn ook drachtbomen

En een waardboom (gastheer)voor vlinders en geeft voedsel aan eekhoorns, muizen, zwijnen en vogels.