Verteld door Marten Bonnema, substituut – Sinterklaas.
Plaats: Wieringerwerf.
Inleiding: Sinterklaas haalt herinneringen o,p aan zijn bezoeken aan de school en de middenstand.
Op de zolderkamer van kapper De Koning in Slootdorp zaten we met zijn drieën klaar om geschminkt te worden.
Wij drieën waren dominee Ras, een zekere De Bruin uit Middenmeer en ikzelf uit Wieringerwerf. Johannes de Graaf kwam binnen. Hij zou als Sinterklaas Slootdorp aandoen. Hij keek naar ons en vroeg: “Wie van de drie is de echte?” Net zoals het raadselspel op televisie.
Ik bezocht elk jaar de Prinses Marijkeschool aan de Terpstraat in Wieringerwerf. Ank van Marwijk was mijn eerste Zwarte Piet. Peter Rienstra was mijn tweede Zwarte Piet. Peter klom op het dak van de school en haalde er allerlei capriolen uit. Later werd zijn dochter Tekla ook Zwarte Piet. Aris van Schagen bracht ons van de Sporthal naar de school. In een mooie koets getrokken door een prachtig Fries paard. Deze koets zag ik vorig jaar staan bij de Oude Glorie in het bedrijf van Zeeman. Bij de school stonden moeders, vaders, oma’s en opa’s ons buiten op te wachten. Het was een hartelijke ontvangst. We gingen ook langs bij de zieke kinderen. Zoals bij mijn eigen kleinkind dat gelukkig niets in de gaten had. Na afloop evalueerden we de ochtend met de leerkrachten. Toen ik ontdekte dat ??n van mijn Zwarte Pieten een ladder in de kous had en ik vroeg of dat was om sneller naar boven te kunnen klimmen, sprak Zwarte Piet mij vermanend toe: “Zo’n opmerking mag Sinterklaas nooit meer maken!”
Voor de Zakenclub van Wieringerwerf ging ik langs de winkels in Wieringerwerf. Dat heb ik jarenlang gedaan. Toen wilde Hans Geertsma van de Zakenclub het anders aanpakken. Sinterklaas kreeg een telefoon en moest de winkeliers bellen. Een klant die in de betreffende winkel aanwezig was, kreeg een opdracht waarmee hij een geschenk kon winnen. Ik hoor Tinus Poland nog zingen bij bakker Buwalda. Ik belde ook naar de Mariannebar van Piet Bil. Ik zei aan het meisje dat de telefoon aannam, dat ze drie stoere mannen die veterschoenen aan hadden, naar voren moest roepen. Voor het feestende publiek, dat waren toen heel veel mensen, moesten zij hun schoenen uitdoen en de veters eruit halen. Wie als eerste de schoenen compleet met veters en al weer aanhad, kreeg een pilsje.
Opgeschreven door Anneke Wittink – Mattart, 2013.