Wieringerwerf, 3 maart 2018 – Film Toen eerde de honderdste geboortedag van de Zuiderzeewet uit 1918 met een serie unieke, zeldzame films over de voormalige Zuiderzee. Ook werden enkele gedichten voorgedragen. Zoals Wieringen 2 van Judith Herzberg.

 

Judith   Herzberg  [* 1934]

 

WIERINGEN   2

 

Er  groeide  niets  hoogs, niet  hoger

dan  gras. Tussen  de  halmen

renden  de  kevers.

Als  het  woei  was  er  niets

dat  de  wind  kon  bekeren.

 

Ik  voelde  me  mug

als   ik  tegen  de  muur  bleef

kleven  door  de  kracht

van  die  beukende  luchten.

 

[Uit : “Wat zij wilde schilderen”.  Amsterdam: De Harmonie, 1996]

 

OVER JUDITH HERZBERG [* Amsterdam, 04.11.1934]

Dichteres, auteur van toneelteksten en filmscenario’s, publiciste. Tweede dochter c.q. derde kind van Abel J. Herzberg (1893– 1989) en Thea Herzberg-Loeb (1897- 1991). Verbleef van augustus 1940 tot 20 maart 1941, d.w.z. van haar vijfde tot haar zesde, in het Joodse Werkdorp aan de westrand van de Wieringermeer, tussen Slootdorp en Nieuwesluis (1934-1941, kavel B 1 e.a.). Ze woonde daar bij haar ouders, in de directeurswoning, het zgn. Haukeshuis.

“Judith heeft slechts vage herinneringen aan de Wieringermeer. Ze weet nog dat ze het een hele overgang vond, van de ene dag op de andere van Amsterdam naar de polder, en dat het er ontzettend kon waaien.” (Arie Kuiper, “Een wijze ging voorbij – Het leven van Abel J. Herzberg”. Amsterdam : Querido, 1997, pp. 182-183)

Judith :

“Het was één grote vlakte daar. Het was pas nieuw. Er was helemaal niks, nog geen bomen en zo. Als het waaide kon ik niet staande blijven. Ik was klein en mager en kon niet tegen de wind in. Ik herinner me dat ik letterlijk niet tegen de wind kon optornen en tegen een huis werd aan gedrukt.” (Gecit. in idem, p. 183)

Zus Esther Herzberg (1926-2007), acht jaar ouder dan Judith, nam in het Werkdorp haar intrek in een meisjesbarak , en had het daar reuze naar haar zin. Ze ging in het begin even naar een school in Schagen, maar dat was, na het Amsterdamse Montessori Lyceum , “geen succes”; ze switchte snel naar de tuinbouwopleiding in het Werkdorp. Broer Ab (1924-…), tien jaar ouder dan Judith, woonde wegens schoolverplichtingen niet in het Werkdorp, maar in Amsterdam. (idem, p. 182)

“Wieringen”

Naam waarmee de Duits-Joodse vluchtelingen van het Werkdorp de plaats in Nederland aanduidden waar ze waren ondergebracht (i.p.v. Slootdorp / Nieuwesluis). Omdat “Wieringen” in Duitsland bij iedereen bekend was. Koonprins Friedrich Wilhelm die, net als zijn vader, keizer Wilhelm II, na de Eerste Wereldoorlog weggevlucht was uit Duitsland, was er tussen 1918 en 1923 geïnterneerd in de pastorie van Oosterland, aan de Akkersdijk.

Tekst samengesteld door Ed Korlaar.