Hij werd geboren op 21 juli 1904 in Zwolle als zoon van Arend Hoes en Gerrigje Kijk in de Vegt. Het gezin verhuisde naar Amsterdam, vermoedelijk vanwege werkgelegenheid. Op 11 februari 1931 trouwde Willem met Egberdina Hulzinga in Amsterdam. Hij kreeg werk bij de Heide Maatschappij en werd gedetacheerd bij de toenmalige Directie van de Wieringermeer. Ze gingen in Kolhorn wonen, en Willem fietste dagelijks naar zijn werk in de Wieringermeer, in de buurt van de Oude Zeug. Het was zwaar werk. Na verloop van tijd verhuisden ze naar Sluis I (het latere Slootdorp), vervolgens naar Middenmeer, en uiteindelijk naar Wieringerwerf. Willem werd daar de eerste gemeentewerker in de Wieringermeer. Hij had de eerste auto in de polder waarmee vuilnis werd opgehaald. Op 1 juni 1932 kwam de eerste brandspuit in de polder. Tijdens een demonstratie in Slootdorp, waar Willem ook bij was, werd de brandweer gevormd. Na de onderwaterzetting in 1947 heeft Willem de brandweer opnieuw opgebouwd. De brandweerwagen was tijdens de oorlog gevorderd door de Duitsers, dus er moest een nieuwe komen. Er werden wedstrijden gehouden waarvoor veel werd geoefend. De brandslangen waren destijds van vlas en lekten in het begin als ze onder druk stonden, maar na een paar minuten was dat verholpen. De slangen werden te drogen gehangen in de brandslangentoren. In 1948 werd al het oefenen beloond met een kampioenschap in klasse C. Na zijn pensioen, toen hij de brandweerslang aan de wilgen had gehangen, had de brandweerkazerne eigenlijk naar hem vernoemd moeten worden: de Willem Hoeskazerne. Hij was een brandweerman in hart en nieren.

Kroniek 72 nr 3 blz 11t/m 13 ‘Een groot brandweerman’, door: zoon Arend Hoes.

Terug