Het begin tot 1940
8 november 1933
De Nederlandse regering is bereid haar medewerking aan een werkdorp te verlenen op grond van
‘uw mededeling dat de opleiding twee jaar zal duren en dat de reeds in Nederland aanwezige Joodse vluchtelingen voorkeur genieten’.
‘Dat de werkmeesters bij meerderheid Nederlanders zijn en de vervaardigde producten niet op de Nederlandse markt zullen verschijnen’.
‘Dat de opgeleide werkkrachten niet in Nederland zullen blijven’.
‘Dat de benodigde gelden beschikbaar zullen zijn’.
Eind december 1933
De Directie Wieringermeer stelt een bestaand arbeiderskamp beschikbaar te Nieuwe Sluis en een te Slootdorp. Elk ruimte biedend voor 90 personen. Behalve keuken en magazijnruimte is er ook een rijwielbergplaats, voor 90 rijwielen.
Het kamp te Nieuwe Sluis wordt het uiteindelijke Joodse Werkdorp. Twee barakken worden nog overgeplaatst vanuit Zwolle om meer slaapplaatsen te hebben.
Loodsen voor werkplaatsen zijn er niet. Deze worden door eigen krachten bijgebouwd. Evenals het uit steen opgetrokken gemeenschapshuis. (pas in 1936)
De Directie Wieringermeer zorgt voor een boerderij.
23 februari 1934
Oprichting van de Stichting Joodse Arbeid
Doel:
‘De opleiding van uitgewekenen van Joodschen bloede tot handwerkers en voor land- en tuinbouw ten einde hen te bekwamen voor arbeid in het buitenland.
In het doel is inbegrepen het bijbrengen van de benodigde talenkennis.
De middelen om het doel te bereiken zullen ondermeer bestaan in de oprichting en instandhouding van een of meer kolonies of dorpen, waarin de opleiding geschiedt’
1 maart 1934
Het eerste pachtcontract, voor 62 ha, wordt getekend.
Op 1 nov. 1934 volgt een pachtcontract voor 29 ha. en op 21 maart 1939 nog een contract voor 150 ha.
Dit laatste contract eindigt in de herfst 1940.
1 juli 1934
Er wonen 92 leerlingen in het Werkdorp.
33 zijn van huis uit koopman.
32 zijn scholier of student.
12 beheersen al een ambacht.
8 kantoorbedienden zijn daarbij en
7 academici.
De reden waarom ze naar Nederland zijn gevlucht is divers.
Niet veel later is de capaciteit uitgebreid tot 250 leerlingen.
3 oktober 1934
Officiële opening van het werkdorp.
“Dames en heren, indien onze arbeid slaagt, dan zal later in gelukkiger eeuwen het Joodse Werkdorp Nieuwesluis als een klein lichtpunt in donkere tijden worden herdacht,” sprak de voorzitter van de Stichting Joodsche Arbeid, prof. dr. mr. Georg v.d. Bergh
Niet iedereen was er blij mee.
In januari 1937 schrijft het Nationaal Dagblad: ‘Al te goed is buurmans gek, het koekoeksei in de Wieringermeer’. Een wel wat late reactie trouwens.
De NSB heeft weinig volgers in de Wieringermeer en er is geen sprake van actie. Een buurman verklaart later: ‘Ik vond het duister tuig, omdat zij op onbehoorlijke wijze zonnebaden namen en zwommen in het kanaal’ en ‘Bovendien namen zij grond in beslag die de boeren zelf wilden hebben’
Winter 1938 – 1939
Na de Kristallnacht komt er een grote stroom vluchtelingen op gang naar Nederland
In eerste istantie arriveren de wat oudere jongeren van 18, 19, 20 jaar. Sommigen hebben na de Kristallnacht gevangen gezeten in Buchenwald en worden vrijgelaten op voorwaarde dat ze binnen een week Duitsland verlaten.
Hoewel deze jongens niet veel loslaten wordt de Nazidreiging voelbaar.
Het Werkdorp is opgezet als opleidingscentrum voor Palestina, maar nu is het meer en meer een kwestie van opvang van vluchtelingen die wel eens van het Werkdorp gehoord hebben. Voor hen is de opleiding geen doel.
Juli 1939
Vertrek naar Palestina met het schip ‘de Dora’.
56 werkdorpers maken deel uit van de ongeveer 500 passagiers.
Het is een vanuit Palestina georganiseerde illegale actie en in de eerste instantie niet erg gewaardeerd door de leiding van het Werkdorp. Al snel, met de oorlogsdreiging op de achtergrond, wordt er anders naar gekeken.
De lege plekken worden opgevuld door
leerlingen van de hachsjara opleidingen in Duitsland die geleidelijk aan worden gesloten.
Aan het eind van 1939 komen de jongste leerlingen. Zij zijn eind 1938 en begin dit jaar via de kindertransporten gearriveerd en tot nu toe verzorgd in opvang- en weeshuizen, verspreid over heel Nederland, aangezien zij alleen zonder ouders welkom waren.
Slechts enkelen voelen zich hier op hun plek. En menigeen verhuist vroeger of later naar een opleidingscentrum waar ze meer op hun plaats zijn gezien hun leeftijd. Het werkdorp raakt met 300 bewoners overvol.
Mei 1940
Nederland wordt bezet door Nazi-Duitsland.
Het werkdorp blijft bestaan tot 20 maart 1941.
Een enkeling wil terug naar de familie, maar Duitsland laat ze niet toe.
De hoop op emigratie vervliegt.
Het dagelijks leven in het Werkdorp wordt zo goed mogelijk gehandhaafd.
20 maart 1941
Dan volgt op 20 maart 1941 de ontruiming. Ruim 220 leerlingen worden naar Amsterdam gebracht. Er blijven 60 leerlingen achter die de lopende zaken mogen afhandelen en de oogst binnenhalen. Begin augustus verlaat de laatste leerling het dorp.
Enkele getallen;
Totale emigratie tot mei 1940
Palestina 157
Zuid-Amerika 48
Noord-Amerika 29
Afrika 23
Noordwest-Europa 22
Duitsland (remigratie) 15
Zuid- en Oost Europa 13
Australië en N.-Zeeland 11
In Nederland gebleven 25
Niet genoemd 21
Totaal 364
Aantal bewoners 1934 – 1941
Mannen Vrouwen
Ned. leerlingen 7 2 9
Leerlingen 529 146 675
Personeel (incl. kinderen) 31 25 56
Totaal 567 173 740