Op 13 juni 1941 om 01.15 uur stortte brokstukken van een Engelse bommenwerper neer aan het Wagenpad in de Wieringermeerpolder. Dat is nu al meer dan 75 jaar geleden. In samenwerking met het Historisch Genootschap Wieringermeer en ooggetuigen, hebben wij getracht te reconstrueren wat er die nacht is gebeurd. De wrakstukken kwamen van een Whitley bommenwerper, met vijf bemanningsleden die alle sneuvelden. Deze bemanning behoorde tot het 77 squadron en was avonds op 12 juni om 23.12 uur opgestegen van de vliegtuigbasis Topcliffe (Yorkshire Engeland).
In de nacht van 12 op 13 juni was het doel voor de Whitley bommenwerper het rangeerterrein van het spoorwegstation van de Duitse stad Schwerte. In totaal waren er die avond 227 bommenwerpers van diverse typen opgestegen in Engeland om verschillende locaties in Duitsland te bombarderen. Ook die nacht waren naast Schwerte de Duitse steden Hamm, Osnabrück, Soest en Hüls het doelwit. Het 77 squadron verloor alleen al in 1941 tijdens missies en door ongelukken 36 bommenwerpers. Er kwamen in dat jaar 112 bemanningsleden om en 29 werden er gevangengenomen.
De Whitley en zijn complete bemanning hebben Schwerte nooit gehaald. Boven de Wieringermeer werden ze neergeschoten door een Duitse nachtjager. Omdat de bommenwerper nog op de heen weg was, volgeladen met brandstof en brandbommen, is het vliegtuig waarschijnlijk nadat het was geraakt in de lucht ontploft. De bemanning had geen tijd meer om zich met de parachute te redden. De wrakstukken en bemanningsleden kwamen verspreid over een groot gebied op grond. De Duitse nachtjager van 4./NJG 1 (Duitse benaming voor een squadron) werd bestuurd door Flugzeugfuhrer Oberleutnant Prinz Egmont zur Lippe-Weissenfield.
De bemanning.
De Whitley bemanning bestond uit 5 personen, onder leiding van de piloot Sergeant Donald Keith McFarland. Donald was 26 jaar oud en geboren in Dublin. Opmerkelijk omdat Ierland niet in oorlog was. Zijn ouders verhuisden voor de WWII naar Wormit (Schotland).
De 2de piloot Sergeant Kenneth Rowland Wainwright, 21 jaar jong en kwam uit Toronto, Canada.
De observer en bomrichter P/O Geoffrey Vivian Heslop, 22 jaar jong. Hij was de zoon van Gerald E. Heslop, een handelaar in steenkolen uit Cardiff (Wales). Kenneth had nog 3 broers en een zus.
Wireless operator en mitrailleur schutter Sergeant Lawrence Stanley Dyer, 20 jaar jong. Zijn ouders waren Trevor Dyer en Amy James.
Daarnaast was er nog een 2de wireless operator en mitrailleur schutter Sergeant Douglas Howard John Pingel, leeftijd onbekend.
De complete bemanning werd begraven door de bezetter op de begraafplaats Huisduinen. Na de oorlog heeft de Nederlandse overheid, de graven verplaatst naar een verzamelbegraafplaats bij Bergen op Zoom. Daar ligt de Whitley bemanning samen met 1296 omgekomen Geallieerde soldaten begraven.
De piloot Donald McFarland heeft 10 missies gevlogen, maar niet altijd met dezelfde samenstelling van de bemanning. Geoffrey Heslop heeft een opleiding gevolgd tot bomrichter, en heeft hij meerdere missies gevlogen met een andere piloot genaamd Mills, maar de twee laatste missies vloog Heslop samen met McFarland.
De Whitley bommenwerper.
De tweemotorige bommenwerper was het type Armstrong Whitworth Whitley MK. V- code KN-F (serie nr. T4279). De Whitley was uitgerust met twee Rolls Royce propeller motoren en kon een snelheid halen van maximaal 357 km/uur. Volgeladen woog de bommenwerper 14.400 kg en kon maximaal 2.000 kg aan bommenlast meenemen over een afstand van 1000 km. De vliegtuig cabine was slecht verwarmd, waardoor de bemanning relatief laag vloog op circa 3500 meter, om bevriezing verschijnselen te voorkomen. Ter verdediging was de Whitley uitgerust met 4 mitrailleurs van 7.7 mm.
Process-verbaal Gemeente Medemblik en rapport Luchtbeschermingsdienst Wieringermeer.
In het gemeentearchief van de Wieringermeer, opgeslagen in Alkmaar, ligt een rapport van de ‘Van den Luchtbeschermingsdienst Wieringermeer’ geschreven door de Gemeente veldwachter, de heer Haarsma. Het rapport vermeldt, dat hij om 01.15 uur tijdens een patrouille, mede ooggetuige was van het neerschieten; naar later bleek door Flugzeugfuhrer Oberleutnant Prinz Egmont zur Lippe-Weissenfield. Het vliegtuig vloog brandend verder, voordat het in meerdere delen brandend naar beneden kwam. Veldwachter Haarsma haastte zicht naar de vermoedelijke crash locatie aan het Wagenpad kavel 54 op de boerderij van G.B.M. Smit. Kort nadat ze waren aangekomen verschenen er ongeveer 12 Duitse militairen. De verschillende onderdelen van het vliegtuig bleken over een groot gebied verspreid te liggen. Later die nacht werden twee lichamen gevonden van de bemanning bij een deel van de vliegtuigromp door de bezetter. De volgende ochtend melde diverse boeren uit de omgeving dat op hun land bommen waren gevonden. Onder andere op het land van C.A. Heestermans (kavel K79), bij de weduwe N.V. van Bergen (kavel M55), K. Riepma (kavel 84) en bij J.P.J. Hopmans (kavel K72). De bezetter had ondertussen ook de lichamen gevonden van de drie andere bemanningsleden.
Na de oorlog.
Vlak na de oorlog bezocht meneer Trevor Dyer, de vader van Lawrence Dyer, de boerderij van de familie G.B.M. Smit aan het Wagenpad. Meneer Dyer kwam speciaal naar de Wieringermeer om de plek te bezoeken waar zijn zoon Trevor was omgekomen. Meneer G.B.M. Smit heeft de plek aangewezen waar het lichaam van Lawrence was gevonden.
De piloot Donald McFarland was getrouwd en had een zoon van 2 jaar oud. Zijn vrouw Frances was verpleegster, en kon nadat ze weduwe was geworden niet voor haar zoon zorgen. Ze gaf haar zoon ter adoptie af aan een kinderloos stel. De zoon van Donald McFarland kreeg een nieuwe achternaam Allchin. Frances overleed in 1998. De kleinzoon van Donald, Ivor Allchin wil graag met zijn vader nog eenmaal naar Nederland komen. Indien de gezondheid het toelaat op 9 september dit jaar. Eerst een bezoek aan het graf van McFarland op de Geallieerde begraafplaats bij Bergen op Zoom. Op de grafsteen is de tekst aangebracht “Glad did I live and gladly die. And I laid me down with a will”. Na het bezoek komen vader en zoon de crash locatie aan het Wagenpad in de Wieringermeer bezoeken.
Nawoord
Op het land van de familie Smit heeft Agriport nu zijn kassen gebouwd. Wij mogen het verhaal niet vergeten van deze jonge mannen en hun “Whitley”. Zij, die in onze polder op tragische wijze zijn omgekomen. Deze mannen vochten en sneuvelden voor onze vrijheid. Het verhaal van de bemanning en van de ooggetuigen blijft nu behouden bij het Historische Genootschap Wieringermeer. Mochten er mensen die zich het voorval herinneren of er meer informatie over hebben, dan vragen wij contact op te nemen met het Historisch Genootschap Wieringermeer of met Mark Hakvoort (markhakvoort14@gmail.com).