Vingerhoedje uit de 20e eeuw. Foto RHG

Een  voorwerp dat mijn aandacht trok was een vingerhoedje. Het was niet zomaar een hoedje, je kon zien dat deze best oud was. Vingerhoedjes werden al in 206 v Chr – 220 n Chr gebruikt. Het oudste stuk was gevonden in een graf uit de Han-dynastie. Pas in de 13de eeuw duiken de vingerhoedjes weer op in Europa. Hiervoor werden houten schildjes of leren lapjes gebruikt ter bescherming van de vinger tijdens het naaien. Van de metalen vingerhoed zijn verschillende typen. Vaak waren ze gemaakt van koper of messing. Eerst werden ze gegoten in mallen die gemaakt waren uit zand en veel klei. De mal bestond uit twee delen.Een deel was een plaat met kuiltjes en de andere uit bergjes deze schoof men in elkaar en werd de ruimte ertussen gevuld met koper. Als het afgekoeld was werd het los gehaald en werden de kuiltjes in de vingerhoed geslagen. In 1450 ging men gehamerde vingerhoedjes van een rond koperen plaatje produceren. Deze waren lichter dan de gegoten vingerhoeden. De 16de eeuw werd een nieuwe methode ontwikkeld. Men gebruikte messing en toen men ontdekte dat het soepel werd door het te verwarmen kon men makkelijker de hoedjes uit de messing plaatjes slaan. Vanaf de 17de eeuw worden de kuiltjes in de vingerhoed aangebracht met een wielstempel.Deze werd draaiend tegen de vingerhoed gedrukt. In de loop van de tijd zijn er verschillende methodes bedacht om de vingerhoed te maken. De materialen veranderden ook. Zo gebruikte men onder andere koper, messing, tin, ijzer en aluminium. In de 20ste eeuw werden er ook veel sier vingerhoeden gemaakt van porselein en plastic. Deze vingerhoed op de foto dateert uit begin van de vorige eeuw.
RHG