In de oude ijstijd, het gehele Paleolithicum en Mesolithicum 250.000 tot 5500 v Chr. leefde de mens van wat hij in de natuur kon vinden. Door het verzamelen van vissen en jagen kwam hij aan zijn voedsel en aan alle grondstoffen voor het maken van werktuigen, kleding en behuizing. Koude perioden wisselden zich af met warmere perioden. In de koude perioden leefden hier dieren zoals de mammoeten, reuzenherten, wolharige neushoorns paarden en rendieren. En in de warmere perioden de uitgestorven bosolifant, steppeneushoorns, reuzenherten en de niet uitgestorven paarden en edelherten. De oudste vondsten zijn toch de vuist bijltjes een soort van ‘Zwitsers zakmes’ want ze deden hier van alles mee.
Het Saaliën een tussen ijstijd welke duurde van tweehonderdduizend tot honderd dertigduizend jaar vóór onze tijd, bracht vele keien vanuit Scandinavië met zijn gletsjers mee. Deze gletsjers waren vele meters hoog en kropen langzaam deze kant op met alle keien en keitjes. De keien zijn kei hard dus moet er een megadruk op uit geoefend zijn op de onderliggende keien. Er zijn enkele gevonden met slijtage plekken waar je goed kan zien wat een druk dit heeft teweeg gebracht. Deze ijs massa’s met de keien word ook wel de morenen genoemd. Een morene bestaat door een schurende werking van gletsjer verpulverend gesteente, dat door de ijsmassa gedeeltelijk mee gevoerd wordt. Het materiaal waar een morene uit opgebouwd is keileem, dit is een mengsel van keien, zand en leem. Menig boer heeft zijn machines op deze keien kapot gereden. Het is hier in Nederland ongeveer gestopt ter hoogte van Gaasterland, het Rode klif , Wieringen en de Hondsrug in Drenthe. Op Wieringen liggen enkele keien vanuit de Wieringermeerpolder uit sectie L waarop je slijtage sporen kan zien. In secties K en L, M het oosten van de polder zijn ook veel keien gevonden. We gebruiken ze nu voor b.v. de rotstuintjes. De ijstijden zijn perioden in het Pleistoceen en de voorlaatste ijstijd was c.a. tienduizend jaar geleden, men vermoed dat in de gehele geschiedenis van de aarde vier ijstijden zijn geweest, afgewisseld met subtropische perioden.