Periode: 1933 – 1951
Verteld door: A.A van ’t Riet
Plaats: Middenmeer

Mij is gevraagd om op te schrijven wat ik weet van mijn ouders, Jan Dirk van ’t Riet en Alida Vethaak. Mijn vader is geboren op 07-12-1905 als de 3e zoon van A.A. van ’t Riet en Antje Wagenaar in Broek op Langedijk. Mijn moeder is geboren op 04-01-1910 te Alkmaar, als oudste dochter van Izaak Vethaak en Neeltje Modder.

Jan Dirk en Alie zijn in juni 1930 getrouwd en gingen op een boerderij wonen in de Heerhugowaard totdat in 1932 de mogelijkheid kwam om een slagerij te beginnen in Middenmeer. Een aannemer uit Broek op Langedijk ging de slagerij aan de Brugstraat bouwen er werd geholpen door de familie. Er werd vlees bezorgd vanuit thuisbasis Broek op Langedijk. In de zomer van 1933 verhuisden zij tesamen met hun eerste dochter An naar Slootdorp, waar wij tijdelijk in woonden bij ds. van Vliet in de Hervormde Pastorie in afwachting tot wij de slagerij konden betrekken. Hier werd mijn zus Nel geboren en in het najaar verhuisden wij naar Middenmeer. Vanuit alle omliggende plaatsen rond de polder werd geprobeerd nieuwe klanten te krijgen, dus is het in het begin eigenlijk best wel heel moeilijk geweest om wat te verdienen. Ik ben geboren in augustus 1934. Omdat de slachtplaats achter het pand later gereed kwam, werd de vleesvoorziening geregeld door de broers (het waren er 8) vanuit Broek op Langedijk. In juni 1936 werd mijn broer Ies geboren en op 24 december 1940 mijn broer Jan.

Het verhaal ging, dat mijn moeder toen zij op het punt stond te bevallen zelf dokter Hoogkamer belde dat het zo ver was, deze zei, nu als je nog zelf voor de telefoon gekomen bent,dan kan ik nog wel even wachten, waar op zij antwoordde, nee want de winkel staat vol met klanten, dus ik moet wel zelf bellen.

Oom Klaas hielp mee in Middenmeer, maar toen de zaak van Mollema te koop kwam in Wieringerwerf, is hij daar zelf begonnen. Toch moet er in die jaren wat geld gespaard zijn, want in 1940 werd er samen met H. Smid (later wethouder) van de Kolhornerweg 6,5 H.A. grasland aangekocht voor F 10.000,-. Mijn vader gebruikte het land om er vee vet te weiden en voorraad te hebben voor de winkel. In de oorlog werden er voor de boeren huisslachtingen gedaan in ruil voor graan er lag altijd wel wat voorraad boven. Boven op de linnenkast op de slaapkamer van mijn ouders lagen de kazen te drogen en ook werden er suikerbieten tot stroop gekookt in de ketel waarin ook de worst gekookt werd. In de oorlog gebeurden er veel dingen die ik als kind niet mocht horen en zien. Toch ben ik met een van mijn ooms een keer mee geweest om een varken op de boerderij te slachten bij H. Verbruggen aan de Schervenweg. In de schuur in de badkuip werd het haar los gebroeid en later op de ladder rechtop gezet om door te hakken.

17 April 1945, de dag van de onderwaterzetting door de Duitsers, heeft vader mijn broer en ik en een evacué op pad gestuurd met koeien via de Kolhornerweg naar het land in Lutjewinkel en vandaar gingen wij naar de familie in Broek op Langedijk, ik was toen 10 jaar. De slagerij is blijven staan tijdens de onderwaterzetting en zodra wij er weer naar toe mochten gaan, ben ik met vader mee geweest. Er lag een grote laag prut in de kamer dat schepten wij zo het voorraam uit. Toen in 1946 de draad door mijn vader weer was opgepakt in de slagerij, kwam ook oom Klaas weer in Middenmeer omdat er in Wieringerwerf niets meer stond. Er is toen lang en hard gewerkt. Zolang de slagerij in Wieringerwerf niet was op gebouwd werden alle huisslachtingen in Middenmeer gedaan en dat waren soms wel meer dan 20 varkens in een week, deze werden met boerenwagens gebracht. In 1951 hebben mijn vader en moeder de zaak overgedaan aan Gert en Jaap, ik werkte toen een jaar thuis en ben met mijn vader meegegaan in de handel.

Geschreven door Annie Munter – de Caluwé