We hadden geen plugjes, die maakten we zelf van een stukje hout.

Als achtjarig jongetje kwam Bouke Hofmeijer in 1936 met zijn ouders naar de Wieringermeer. Hier kon vader Hofmeijer werk krijgen wat in Greonterp Friesland niet mogelijk was. Vader ging bij het staatslandbouwbedrijf aan de slag. Wij kwamen te wonen in de Sternstraat. Tot anderhalf jaar geleden woonde mijn zus Gretha daar nog. Er was genoeg werk te verzetten. Vader werd ook lid van de gemeenteraad, hij heeft dit 11 jaar gedaan. Bouke ging na zijn schooltijd ook het land op. Hij kreeg op een tuindersbedrijf aan de Klieverweg een baantje en later is hij naar een loonbedrijf gegaan.

Wat Bouke nog meer deed
‘Vergeet niet te vertellen dat ik ook bij Geertsma in Wieringerwerf heb gewerkt als loodgieter. Ik werkte samen met Jan van de Herik in het elektrisch en Reitsma in het loodgieterswerk, ik moest goten draaien en regenpijpen solderen en waterleidingen aanleggen en na een half jaar mocht ik het alleen proberen. Ik heb de waterleiding van de keuken naar de spoelplaats, bij de familie Jansen aan de Oom Keesweg nog aangelegd. Het was nog bij de oude mevrouw Jansen, de moeder van Jan Jansen. Alles ging nog met de hand, elektrische boren hadden we nog niet. Ik maakte van een buis een ‘boor’, ik had uit die buis karteltjes gezaagd, en met een hamer tikte ik al draaiende een gat in de muur, ja zo ging dat. We hadden geen plugjes die maakten we zelf van een stukje hout’.

‘Hiervoor werkte ik bij Nomde en Schut, een aardappelsorteerbedrijf, dit is seizoenwerk. Willem Wittink werkte daar ook. In de winter lag het werk stil en zodoende werd ik door Geertsma gevraagd. Toen het aardappelsorteren na ongeveer een half jaar weer begon ben ik weer bij Nomde en Schut begonnen want dat verdiende meer. Ook werkte ik bij het vlasbedrijf Huizinga te Middenmeer’.

‘Ik werkte ook op het staatslandbouwbedrijf van Dekker. Allemaal via de Staatslandbouwbedrijven, zo kwam ik ook nog op een dorsmachine en ging alle staatsboeren af om te dorsen. Ik heb zo heel wat agrarisch werk gedaan bij de Staatslandbouwbedrijven: kunstmest strooien, erwten zichten, vlas zichten, tarwe, haver, koolzaad zichten, kanten maaien, je kan het zo gek niet bedenken of ik heb het gedaan’.

Ook mevrouw Hofmeijer had haar werk
‘Ik werkte bij Van Leeuwen, bij mijn zwager en zus. Haar man en zij hadden dezelfde achternaam. Ze hadden in Slootdorp een winkel. Kruidenier, drogisterij en sigaren en dan ging ik de boeren langs. Ik was dag en nacht bij mijn zuster en om de veertien dagen ging ik wel naar huis. Als we een nieuwe klant hadden dan belden we met Bouke zijn broer om de naam door te geven en omgekeerd ging dit ook. Zo kwam je aan je klantenbestand. Mijn zwager ging dan vragen of hij bij hen de boodschappen mocht brengen. We vroegen naar de boodschappen en brachten die dan aan huis. Je moest het schoon houden en alles aanvullen wat verkocht was en dan alles klaar maken voor de bestellingen. Het kwam niet zomaar aanwaaien hoor, het was hard werken. In 1963 zijn we getrouwd’.

geschreven door Ina Hoogenbosch-Glas
Periode: 1936- 1963
Verteld door: dhr. en mevr. Hofmeijer
Plaats Wieringerwerf