Nederlands hervormd kerkgebouw, gelegen aan een ruim voorplein ten westen van de Kerkring. De kerk werd gebouwd in 1934 naar ontwerp uit 1933 van de Amersfoortse architect G. van Hoogevest die na de Tweede Wereldoorlog ook de supervisie voerde over de herstelwerkzaamheden die als gevolg van de onderwaterzetting nodig waren. De architectuur is verwant aan de Delftse School. NB Het orgel van J. de Koff en Zonen uit Utrecht valt buiten de bescherming van rijkswege.
Op rechthoekig grondplan gebouwd kerkgebouw, type zaalkerk met een haaks hierop geplaatst volume waarin zich consistoriekamer en gemeenschapsruimte bevinden. De kerk heeft in de zuidoostelijke hoek tussen beide volumes een toren op vierkante grondslag. Het muurwerk (met spouw) is opgetrokken in een groot formaat rode baksteen. Het laag komende zadeldak heeft rode Romaanse pannen. De goten zijn aan de zijkant bekleed met leipannen. De hoofdingang van de zaalkerk ligt aan de voorzijde (O) in een symmetrische topgevel met groot hooggeplaatst rond venster bezet met kleurrijk glas-in-lood in abstracte voorstelling. Aan weerszijden van de hoofdingang bevinden zich twee kleine getoogde vensters met gemetselde lekdorpels. De hoofdingang bestaat uit een dubbele deur met smeedijzeren beslag, overluifeld door een geschraagd zadeldak en bereikbaar via drie treden. De voorzijde wordt geflankeerd door steunberen, de meest oostelijke van de op vensterhoogte terugspringende steunberen die de beide lange zijgevels van het schip verdelen in zes, respectievelijk vijf traveeën. De steunberen doorsnijden de voet van het kerkdak en worden aan de bovenzijde met ezelsruggen afgesloten. Elke travee heeft twee getoogde vensters die door een gemetselde montant worden gescheiden. De vensters zijn bezet met gekleurd glas-in-lood in een rechthoekig patroon. De vensters hebben gemetselde lekdorpels.
De linker zijgevel (Z) heeft ter hoogte van de zesde travee de genoemde toren die afgesloten wordt met een ingesnoerde vierkante spits bedekt met koper. De spits wordt bekroond met een windwijzer in de vorm van een vis. De vrij gesloten toren heeft onder de gootlijst van de spits aan elke zijde wijzerplaten. Het uurwerk is oorspronkelijk. Onder elke wijzerplaat zijn zes galmgaten ten behoeve van de kerkklokken. De zuidmuur van de toren heeft een getoogde ingang. De oostmuur van de toren heeft een klein smal venster en een paar grotere gekoppelde en getoogde vensters met glas-in-lood en gemetselde lekdorpels. De rechter zijgevel (N) telt zes traveeën. Geheel rechts een door drie traptreden te bereiken ingangspartij met enkele houten deur en smeedijzeren beslag. De achterzijde heeft links (N) de topgevel van de consistoriekamer en rechts de langsgevel van de gemeenschapsruimte. De beide volumes lopen in elkaar over. De noklijnen van kerk en consistoriekamer liggen in elkaars verlengde, maar het zadeldak boven de consistoriekamer is wat lager dan het kerkdak. Het haaks hierop geplaatste zadeldak van de gemeenschapsruimte is lager dan dat van de consistoriekamer. De consistoriekamer heeft smalle gekoppelde vensters en een door een smal venster gefankeerde houten deur met smeedijzeren belag. De gemeenschaspruimte wordt door zes getrapte steunberen verdeeld in vijf traveeën, elk voorzien van twee smalle getoogde vensters die net als in de beide zijgevels van de kerk door een gemetselde montant van elkaar worden gescheiden. Het interieur is grotendeels gaaf bewaard gebleven en bevat onder meer de oorspronkelijke beukenhouten meubilering bestaande uit een preekstoel, een avondmaaltafel en het bankenplan. De kap wordt gedragen door zes houten jukken die via een zandstenen console op de zijmuren rusten. De kerk heeft een open dakstoel.
Waardering
De Nederlands hervormde kerk van Middenmeer is van algemeen belang wegens cultuur- en architectuurhistorische waarde als goed ontworpen en gaaf bewaard voorbeeld van traditionalistische kerkarchitectuur uit de beginperiode van de Wieringermeerpolder. De kerk heeft situationele waarde vanwege de stedenbouwkundige situering aan een ruim voorplein aan de Kerkring