Zaterdagmiddag 19 maart hield dhr. Roel Wittink een lezing, in een goed gevulde filmzaal, over achtergronden van de Joodse bewoners uit het werkdorp. Het werkdorp werd op 20 maart 1941 door de SS’ers Willy Lages en Klaus Barbie ontruimd. Op 81 personen – leerlingen, personeel en kinderen – na. Zij mogen tot de ontruimingsdatum 1 augustus 1941 blijven. Hoe verging het de aanvankelijke blijvers? Acht werkdorpers – 5 vrouwen
De barakken eromheen zijn verdwenen, het gebouw staat leeg. Eind jaren dertig gonsde het terrein echter van bedrijvigheid. Honderden jonge, joods-Duitse vluchtelingen volgden er toen een opleiding om zich voor te bereiden op emigratie; vooral naar Palestina . Een van hen was Herta Stern. Het Joods Historisch Museum bezit een aantal brieven, kaarten en andere documenten van de jongeren in het werkdorp en met name van haar, waardoor we
Binnen het Historisch Genootschap hebben twee leden het initiatief genomen om op het terrein van het Joodse Werkdorp 197 gedenkstenen te leggen ter nagedachtenis aan die jongens en meisjes die na de ontruiming van het dorp in 1941, in de jaren die daarop volgen, vermoord zijn door de Nazi’s. Dit in navolging van de stenen die her en der in Nederlandse steden en dorpen gelegd worden. De zogenaamde spontane uitbarsting
Over het korte leven van Max Rack Max Rack kwam als 13-jarige naar Nederland. Zijn lotgevallen nadien, zijn een illustratie van wat veel meer Duits Joodse kinderen overkwam. Van Duisberg naar Nederland Max is op 18 mei 1925 geboren in Duisburg. Hij was enig kind. Wat zijn vader Leo en moeder Maria deden voor de kost is niet bekend. Wel dat ze in 1938 in grote problemen verkeerden. De Duitse
Gert Laske herinnert zich alles alsof het gisteren gebeurde. De wijde polder van de Wieringermeer die zich deze ochtend baadt in de prille voorjaarszon, op de akkers is iedereen aan het werk. Plotseling wordt de stilte verstoord door motorgeluid. Laske zelf is bezig bij de Wieringerwaard-brug als hij zeven blauw geschilderde bussen ziet naderen die vooraf worden gegaan door een luxe personenauto. De stoet houdt halt. Wat later giert de
Aan het eind van de jaren dertig woonde er een jonge joodse jongen in Amsterdam die maar één ideaal had: emigreren naar Palestina om mee te helpen aan de stichting van een joods thuisland. We hadden nooit van zijn bestaan geweten, ware het niet dat zijn dochter zich in 2011 meldde bij een voor haar onbekende boer aan de Koggenrandweg en via via het balletje voor de Kroniek ging rollen.
Engel Slabbekoorn vertelt over de bijzondere jaren van wonen en werken van zijn vader in het Joods Werkdorp en later bij de Oostwaardhoeve. Het gezien arriveerde in 1937 vanuit Yerseke, via Marken in de Wieringermeer. Slabbekoorn senior was aangesteld als werkbegeleider bij de afdeling tuinbouw. ‘Mijn vader ging als afgestudeerd tuinbouwonderwijzer in 1937 naar Wieringerwaard. Later kregen we een houten huisje naast het gemeenschapshuis op de Oostwaardhoeve (Joden kamp) achter